3.4 Basisfuncties en bedrijfsmodi
Als de boilertemperatuur onder bepaalde minimum-
waarden zakt, dan verhinderen de veiligheidsinstel-
lingen van de Daikin Altherma EHS(X/H) de werking
van de warmtepomp bij lage buitentemperaturen:
– Buitentemperatuur < -2 °C, minimale boilertem-
peratuur = 30 °C
– Buitentemperatuur < 12 °C, minimale boilertem-
peratuur = 23 °C.
Zonder aanjaagverwarme:
Het boilerwater moet door een externe bijverwarmer tot
de vereiste minimale boilertemperatuur worden ver-
warmd.
Met aanjaagverwarmer (EKBUxx):
Bij een buitentemperatuur < 12 °C en een boilertempe-
ratuur < 35 °C wordt de aanjaagverwarmer (EKBUxx)
automatisch ingeschakeld om het boilerwater tot min-
stens 35 °C te verwarmen.
● Om het verwarmen met de aanjaagverwarmer te
versnellen, tijdelijk de
– parameter [Function Heating Rod] = "1" en
– parameter [Power DHW] op de maximum-
waarde van de aanjaagverwarmer instellen.
– Draaiknop op de bedrijfsmodus
parameter [1x warmwater] op "Aan" zetten. Na
de succesvolle verwarming de parameter
opnieuw op "Uit" instellen.
Automatische ontdooifunctie
Bij lage buitentemperaturen en daarmee overeenkomstige lucht-
vochtigheid kan de buitenwarmtepomp bevriezen. Deze be-
vriezing verhindert het efficiënte gebruik. Het systeem herkent
deze toestand automatisch en start de ontdooifunctie.
Als de ontdooifunctie actief is, wordt er warmte van de warmwa-
terboiler ontnomen en wordt evt. de aanjaagverwarmer inge-
schakeld. Afhankelijk van de warmtebehoefte voor de ontdooi-
functie kan de verwarming van de directe verwarmingskring
tijdens het ontdooien korte tijd worden onderbroken.
Na maximaal 8 minuten schakelt het systeem terug naar de
normale bedrijfsmodus.
3.4.1 Informatie van de installatie (Info)
In deze draaiknopstand kunnen met behulp van draaiknoppen
alle installatietemperaturen, het soort Daikin Altherma EHS(X/H),
diverse softwareinformatie alsook de bedrijfsstatussen van alle
installatiecomponenten na elkaar worden opgevraagd. Het
aantal weergegeven parameters is afhankelijk van de aange-
sloten componenten.
Deze waarden kunnen niet worden ingesteld.
● Draaischakelaar in de stand "Info"
Standaardweergave wordt getoond (zie afb. 3-2).
● Draaiknop kort indrukken.
Parameteroverzicht wordt weergegeven.
● Met de draaiknop het gewenste informatieniveau selecteren.
● Selectie bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Waarde wordt weergegeven (voorbeeld zie afb. 3-6).
● Met de draaiknop de afzonderlijke informatie selecteren.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke schermwaarden voor deze draaischake-
laarpositie vindt u in hoofdstuk 5.10.
Daikin RoCon HP
Daikin Regeling
008.1420832 – 05/2014
Bedrijfsgegevens tonen
In het informatieniveau "Overzicht" worden op de display van de
Regeling RoCon HP de huidige bedrijfsgegevens van de Daikin
Altherma EHS(X/H) weergegeven.
De weergave van de bedrijfsgegevens is verdeeld over diverse
beeldschermpagina's. Door het draaien aan de draaiknop wordt
tussen geschakeld tussen de beeldschermpagina's.
Beknopte
omschrijving
zetten en
zetten.
Toelichting van de indicatiewaarde
Modus
Huidige modus van de warmtepomp:
: Verwarmen
: koelen
: Warmwaterbereiding
: Automatische ontdooifunctie actief
Ext
Huidige energiemodus van de warmtepomp:
LT: EVU-functie actief en laag tarief.
HT: EVU-functie actief en hoog tarief.
SGN: SMART GRID - Functie actief, normale
werking.
SG1: SMART GRID - Functie actief, uitworp,
dure stroom.
SG2: SMART GRID - Functie actief, toege-
nomen werking, goedkopere stroom
SG3: SMART GRID - Functie actief, inschakel-
commando en toegenomen werking,
goedkopere stroom
- - -: Geen externe modus actief, warmtepomp
functioneert bij normale werking.
RT
Parameter [Room thermostat] / [Interlink fct]
= Uit: - - -
Parameter [Room thermostat] = Aan:
–
: Verwarmings- of koelingsverzoek
–
: Geen vraag naar verwarming
Parameter [Interlink fct] = Aan (prioriteit)
– - - -: Alleen vorstbescherming
– IL1: Normale aanvoerstreeftemperatuur
– IL2:
– In verwarmingsmodus verhoogde aan-
voerstreeftemperatuur
– In koelmodus verlaagde aanvoerstreef-
temperatuur
Pomp
Huidige capaciteit van de interne verwarmings-
circulatiepomp in %
EHS
Huidige capaciteit van de aanjaagverwarmer
in kW
BPV
Huidige stand van de mengklep 3UVB1
(100 % = A, 0 % = B)
TV
Huidige aanvoertemperatuur volgens de plaat-
warmtewisselaar (t
V1
TVBH
Huidige temperatuur verwarming aanvoer evt.
volgens verwarmingsondersteunende warmte-
wisselaar (t
)
V, BH
TR
Huidige temperatuur verwarming retour (t
Tdhw
Huidige temperatuur in warmwaterboiler (t
TA
Huidige buitentemperatuur (gemeten van de op-
tionele temperatuursensor RoCon OT1)
V
Huidige volumestroom (debiet) in de verwar-
mingsinstallatie
3
x
Bediening
)
)
R1
)
DHW1
Gebruiksaanwijzing
9