Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Niveau "Mixer Config - Daikin RoCon HP Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Parameter
Sensor Config
Outside Config
Configuratie van de buitentemperatuursensor:
Uit: Overname van de buitentemperatuur door de door parameter [Boiler Assignment]
toegewezen warmtegenerator of geen gebruik van de sensor
Aan: Sensorgebruik geactiveerd (als er geen buitentemperatuursensor aan de menger-
module EHS157068 aangesloten is, wordt er een foutmelding gegenereerd.)
Flow Temp Config
Configuratie van de aanvoertemperatuursensor van de mengerkring:
Uit: Geen sensoranalyse
Aan: Sensoranalyse geactiveerd (als er geen aanvoertemperatuursensor voor de men-
gerkring is aangesloten, wordt er een foutmelding gegenereerd.)
Outside Temp Adap Individuele aanpassing voor de meetwaarde van de voor de Regeling relevante buiten-
temperatuur.
Terminaladress
Instellen van het databusadres voor de systeemtoegang. De ingestelde waarde moet in
het volledige systeem eenduidig zijn. Door deze parameter met de draaiknop te beves-
tigen, wordt de regeling opnieuw geïnitialiseerd.
Boiler Assignment
Toewijzing van de EHS157068 aan de warmteopwekker, overeenkomstig de instelling
van parameter [BUS ID HS] (zie hoofdstuk 5.12, tab. 5-14).
HC Assignment
Toewijzing van het bedieningsgedeelte aan de mengermodule EHS157068.
Uit: Automatische toewijzing als er slechts een mengermodule in het systeem is. Anders
moet de instelling met het adres op de adresschakelaar van de mengermodule overeen-
stemmen (zie hoofdstuk 4.2.1, afb. 4-1).
0 - 9 = 0 - 9
10 = A
11 = B
12 = C
13 = D
14 = E
15 = F
Tab. 5-15
Parameter in draaischakelaarstand "Configuratie", niveau "Inbedrijfneming"
Draaischakelaarstand: Configuratie
5.13.2
Parameter
HC Function
Instelling definieert aard van de aanvoertemperatuurregeling.
0: Weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling
1: Regeling met vaste voorgeschreven aanvoerwaarde, al naargelang van verwarmings-, koel-
of lagetemperatuurmodus
Pomp aan
Instelling van de bedrijfsmodus van de mengerkringpomp.
0: Standaard circulatiepompschakeling (weers-/kamergestuurd)
1: Mengerkringpompschakeling volgens verwarmingsgrenzen (optionele kamerthermos-
taatuitschakeling werkt aanvullend).
2: Schakeling mengerkringpomp volgens verwarmingsprogramma
3: Schakeling mengerkringpomp in duurwerking
Stookgrens D
Alleen als parameter [Pomp aan] = 1:
Instelling van de automatische zomeruitschakeling van de verwarmingswerking. Als de gemid-
delde buitentemperatuur die de regelaar meet de ingestelde waarde met meer dan 1 K over-
schrijdt, wordt de verwarmingskring uitgeschakeld. De verwarming wordt weer vrijgegeven als
de buitentemperatuur onder de ingestelde grens daalt.
Stookgrens N
Alleen als de parameter [Pomp aan] = 1:
Instelling van de verwarmingsgrens ter uitschakeling van de verwarmingskring in lagetempe-
ratuurwerking (werkwijze zoals parameter [Stookgrens D]).
Stooklijn
Alleen als parameter [HC Function] = 0:
Instelling van de verwarmingscurve. De verwarmingscurve toont in welke mate de aanvoer-
streeftemperatuur van de verwarmingskring afhankelijk is van de buitentemperatuur
(zie hoofdstuk 3.6.2).
Ruimte-invloed
Alleen bij aangesloten en aan de verwarmingskring toegewezen kamerstation
De instelling van welke invloed de afwijking van de door EHS157034 gemeten kamertempera-
tuur ten opzichte van de huidige streefwaarde (zie hoofdstuk 3.4.3 en 3.4.4) heeft op de aan-
voerstreeftemperatuur..
Uit: Enkel weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling
0: Enkel weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling, maar interne verwarmingspomp loopt
volgens een warmte-aanvraag tijdens de afkoeltijd verder tot de volgende verwarmingscyclus.
1-20: Zorg voor een correctie van de aanvoerstreeftemperatuur (parallelverschuiving van de
verwarmingscurve) met de ingestelde factor.
Voorbeeld: Als de gemeten temperatuur 2 K onder de streefwaarde ligt, wordt de aanvoer-
streeftemperatuur met 2 keer de ingestelde waarde verhoogd.
Aanpassing kamer-
Alleen bij aangesloten en aan de verwarmingskring toegewezen kamerstation
temp
Individuele aanpassing van de voor de regeling relevante kamertemperatuur.
Als er een systematische afwijking van de door EHS157034 gemeten kamertemperatuur ten
opzichte van de in het oponthoudsbereik van deze kamer daadwerkelijke temperatuur wordt
vastgesteld, dan kan de meetwaarde worden gecorrigeerd met de ingestelde waarde.
Vertrektemp. Dag
Alleen als de parameter [HC Function] = 1:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor de verwarmingskring tijdens de verwarmings-
tijd bij bedrijfsmodus: "Automatisch 1", "Automatisch 2", "Verwarmen".
Vertrektemp. Nacht
Alleen als de parameter [HC Function] = 1:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor de verwarmingskring in lagetemperatuurwer-
king bij bedrijfsmodus: "Automatisch 1", "Automatisch 2", "Nachtverlaging".
Daikin RoCon HP
Daikin Regeling
008.1420832 – 05/2014
Beschrijving

, niveau "Mixer Config"

Beschrijving
5
x
Parameterinstellingen
Toegang
Instelbereik
Min/Max
BE
HF
N
E
Uit
Aan
N
E
Uit
Aan
N
E
-5,0 tot +5,0 K
N
E
Uit, 0 - 9
N
E
0 - 7
N
E
Uit, 0 - 15
Toegang
Instelbereik
Min/Max
BE
HF
N
E
0 - 1
N
E
0 - 3
E
E
Uit, 10 - 40 °C
E
E
Uit, 10 - 40 °C
E
E
0,0 - 3,0
:
E
E
Uit, 0 - 20
:
E
E
-5,0 tot +5,0 K
E
E
20 - 90 °C
E
E
10 - 90 °C
Fabrieksin-
Resolutie
stelling
Aan
-
Aan
-
0,0 K
0,1 K
Uit
1
0
1
Uit
1
Fabrieksin-
Resolutie
stelling
0
1
0
1
19 °C
0,5 °C
10 °C
0,5 °C
0,5
0,1
Uit
1
0,0 K
1 K
40 °C
1 °C
10 °C
1 °C
Gebruiksaanwijzing
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ehs157034Ehs157068

Inhoudsopgave