Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Serverinstellingen Controleren; De Verbindingsstatus Van Een Client Instellen; Een Client Handmatig Registreren - Sony GIGA JUKE NAS-SC500PK Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Opmerkingen
 Als een client verbinding maakt met het systeem terwijl
het systeem audiogegevens analyseert, wordt de analyse
gestopt. De analyse wordt hervat wanneer de verbinding
tussen de client en het systeem wordt verbroken.
 In de volgende gevallen wordt de serverfunctie op het
systeem tijdelijk gestopt:
— er worden audiogegevens opgenomen of
geïmporteerd (inclusief timeropnamen),
— er worden audiogegevens overgezet,
— er worden gegevens bewerkt (inclusief handmatige
analyse van audiogegevens voor "SensMe™ Channels"),
— er worden audio-indelingen geconverteerd,
— er worden audiogegevens van een computer
geïmporteerd*
,
1
— het systeem wordt bijgewerkt*
— het schermontwerp wordt gewijzigd*
— er worden audiogegevens verplaatst van het systeem
naar een andere component*
— het systeem wordt geformatteerd*
Als u de handeling annuleert door op  te
*
1
drukken en het systeem schakelt over naar de stand-
bymodus voor snel opstarten (pagina 125), blijft de
serverfunctie onderbroken.

De serverinstellingen controleren

Als een client geen verbinding kan maken met het
systeem, controleert u de serverinstellingen van
het systeem.
1
Open het instelmenu en selecteer
[Server setting].
2
Als [Server function] is ingesteld
op [Stop], selecteert u [Start] in de
vervolgkeuzelijst.
De servernaam wijzigen
Selecteer [Server name] en geef de nieuwe
naam op in het tekstinvoerscherm.
Automatische verbinding met clients
uitschakelen
Als [Auto permit to connect] is ingesteld op
[Execute], kunnen audiogegevens op het systeem door
derden worden afgespeeld. Als u de automatische
verbinding met clients wilt uitschakelen, stelt u deze
parameter in op [Not execute].
3
Selecteer [Close].
,
1
,
1
, of
1
.
1
Opmerking
Als op de client is ingesteld dat er geen verbinding met
het systeem kan worden gemaakt, kan de client geen
verbinding maken met het systeem, zelfs als [Execute] is
ingesteld bij [Auto permit to connect] op het systeem. In
dit geval selecteert u [Manual setting] en stelt u de client
in op [Permit] om de verbinding toe te staan.
De verbindingsstatus van een client
instellen
Toegang tot het systeem kan worden toegestaan of
geweigerd voor bepaalde clients.
1
Open het instelmenu en selecteer
[Server setting].
2
Selecteer [Manual setting].
3
Selecteer de client en selecteer
[Permit] of [Reject].
Herhaal deze stap om andere clients in te
stellen.
4
Selecteer [Close].

Een client handmatig registreren

Als het systeem een client niet automatisch
herkent, kunt u de client handmatig registreren.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de client
voor meer informatie over het MAC-adres.
1
Open het instelmenu en selecteer
[Server setting].
2
Selecteer [Manual setting].
Er wordt een lijst weergegeven met clients
waarmee verbinding kan worden gemaakt.
3
Selecteer [Add device].
4
Selecteer [MAC address], geef het
adres op en druk op ENTER.
Het MAC-adres moet 12 tekens hebben (0-9
en A-F).
De naam van een client wijzigen
Selecteer [Device name] en geef de nieuwe
naam op.
5
Selecteer [Add].
6
Selecteer [Close].
7
Selecteer [Close].
11
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave