Brugfunctie uitschakelen
▸ Selecteer met de slider de kookzone en houd deze positie 2 seconden ingedrukt of
zet het vermogensniveau op «0».
– De voorafgaande instellingen worden voor beide kookzones gewist.
– Elke kookzone kan weer apart geregeld worden.
4.7
Smelten, warm houden en sudderen
Smelten
Warmhouden
Sudderen
De nauwkeurigheid van de sudderfunctie is sterk afhankelijk van de gebruikte
kookgerei. Zo kan worden voorkomen, dat het water begint te koken. In dit geval
adviseren wij u om de sudderfunctie zonder pandeksel te gebruiken.
Wanneer het toestel wordt gebruikt op meer dan 1500 m boven de zeespiegel, ge-
bruik dan de sudderfunctie zonder pandeksel.
Smelten, warm houden en sudderen inschakelen
▸ Selecteer met de slider de gewenste kookzone.
▸ Tip de toets
– Het menu «kookzone-afhankelijke functies»
wordt weergegeven. De geselecteerde kook-
zone is bij de indeling verlicht weergegeven.
▸ Selecteer met de slider
– De geselecteerde functie wordt verlicht en
wordt zichtbaar.
▸ Tip de slider onder
–
,
of
mogensdisplay brandt de geselecteerde functie.
Smelten, warm houden en sudderen uitschakelen
▸ Selecteer met de slider de kookzone.
▸ Stel met de slider een willekeurig vermogensniveau in.
Met de smeltfunctie kan bijv. boter, chocola of honing op ca.
42 °C behoedzaam worden gesmolten.
Het warmhoudniveau houdt gegaarde gerechten bij ca. 65 °C
warm.
Met de sudderfunctie kunnen bijv. worsten, knoedels of gevulde
deegwaren net onder het kookpunt, op ca. 94 °C sudderen tot
deze gaar zijn.
aan.
,
of
aan.
wordt voor de geselecteerde kookzone overgenomen en op het ver-
.
4 Bediening
Warmhouden ca. 65 °C
ok
13