Voorbereiding en montage
Afstandsbediening QAA 75
De afstandsbediening moet in de
hoofdleefruimte gemonteerd worden
met inachtneming van onderstaande
punten.
De montageplaats moet zo gekozen
worden dat de sensor de
luchttemperatuur in de ruimte zo zuiver
mogelijk kan meten, en niet wordt
beïnvloed door directe zoninstraling of
andere warmte- resp. koudebronnen
(ca. 1,5 m boven de vloer)
Bij de wandmontage moet boven het
toestel voldoende plaats aanwezig
zijn voor het eruit schuiven en weer
terugplaatsen.
Als het toestel uit de houder verwijderd
wordt, dan is er geen voeding meer
aanwezig en is het toestel dus buiten
bedrijf. Het systeem functioneert verder
volgens de laatst ingestelde
parameters.
Montage afstandsbediening QAA 75
De montage wordt in omgekeerde
volgorde uitgevoerd, zoals hiernaast
weergegeven.
3