Radioverbinding draadloze afstandsbediening
QAA 78
De radioverbinding in de
ongemonteerde toestand, in de buurt
van de draadloze ontvanger op de ketel
opbouwen, zodat alle onderdelen zich
binnen reikwijdte bevinden.
De basisvoorwaarde voor de
radioverbinding is de garantie voor de
voeding van alle onderdelen, d.w.z. de
draadloze ontvanger moet correct op
de regelaar LOGON B zijn aangesloten
en de batterijen moeten juist zijn
geplaatst in de afstandsbediening
.
Radioverbinding opbouwen
Op de geïnstalleerde draadloze
ontvanger de toets minstens 12
seconden lang ingedrukt houden, tot
de LED op de draadloze ontvanger
snel knippert.
Op de afstandsbediening met de OK-
toets tot de programmering overgaan.
De infotoets minstens 3 seconden indrukken
en met de draaiknop het bedieningsniveau
„Inbedrijfstelling" selecteren. Daarna op de
OK-toets drukken.
Met de draaiknop de bedieningspagina
„Radio" kiezen en op de OK-toets
drukken.
Instelregel „Binding" (regel 120)
selecteren. Daarna op de OK-toets
drukken.
Draaiknop op „JA" instellen en op de OK-
toets drukken. De verbindingsopbouw
wordt gestart.
In de weergave is de status van de
verbindingsopbouw in % zichtbaar. Deze
procedure kan van 2...120 sec. duren.
De verbinding is tot stand gekomen,
wanneer „Apparaat bedrijfsklaar"
wordt weergegeven en de LED van
de draadloze ontvanger uitgaat.
Radioverbinding testen
Met de test wordt de kwaliteit van de
radioverbinding gecontroleerd.
De test kan met de ESC-toets worden
afgebroken.
Tijdens het opbouwen van de
radioverbinding op de ketel kan
plaatsvinden, moet het testen op de
voorziene montageplaats van het
kamertoestel worden uitgevoerd.
Op het kamertoestel de bedieningspagina
„Radio" selecteren en met de instelregel
„Test-modus" (regel 121) de test-modus
activeren.
Bedieningseenheid
test-modus
Het linkercijfer toont verzonden, het
rechtercijfer ontvangen telegrammen.
Na 24 telegrammen wordt de test
beëindigd. De test is geslaagd, als
minstens 50% van de verzonden
telegrammen weer ontvangen worden.
Als de test niet geslaagd is, dient er
een andere montageplaats te worden
gekozen voor het kamertoestel.
Controle van de draadloze
componenten met afstandsbediening
QAA 78
Om te controleren of de verbinding met
de benodigde componenten
functioneert, moeten in het
bedieningsniveau „Ingebruikname",
bedieningspagina „Radio" de regels
130 t/m 131 gecontroleerd worden.
Ingebruikname draadloze
afstandsbediening QAA 78
Voorwaarden
Voor de ingebruikname dienen
onderstaande werkzaamheden te
worden uitgevoerd:
Voorwaarde is de correcte montage,
elektrische installatie en een correct
uitgevoerde radioverbinding van alle
benodigde hulpapparatuur.
Alle systeemspecifieke instellingen
uitvoeren. Hierbij dient vooral de
bedieningspagina „Configuratie" in
acht te worden genomen. Daarvoor
moet het desbetreffende
bedieningsniveau als volgt
geselecteerd worden:
Op het kamertoestel met de OK-toets
tot de programmering overgaan.
De infotoets minstens 3 seconden
indrukken en met de draaiknop het
bedieningsniveau „Ingebruikname"
selecteren. Daarna op de OK-toets
drukken.
Functiecontrole uitvoeren zoals
hieronder beschreven:
De gedempte buitentemperatuur
terugzetten.
(Bedieningspagina „Diagnose
verbruikers", bedieningsregel
Buitentemperatuur gedempt 8703)
11