8 De frequentieomvormer programmeren
NB!
Het is belangrijk om de motorparameters in 1-2*
Een AMA moet worden uitgevoerd om te zorgen voor optimale dynamische motorprestaties. Dit kan tot 10 minuten duren, afhankelijk
van het nominale motorvermogen.
NB!
Voorkom dat tijdens AMA een extern koppel wordt gegenereerd.
NB!
Als een van de instellingen in par. 1-2*
stand (Rs)
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
NB!
Een volledige AMA moet zonder filter worden uitgevoerd, terwijl een beperkte AMA moet worden uitgevoerd met filter.
Automatische aanpassing motorgegevens
Zie ook de sectie
8
8.2.4 3-0* Ref. begrenz.
Parameters voor het instellen van de referentie-eenheid, begrenzingen en bereiken.
3-02 Minimumreferentie
Range:
0.000 Refe-
[-999999.999 - par. 3-03 Referen-
renceFeed-
ceFeedbackUnit]
backUnit*
3-03 Max. referentie
Range:
50.000 Re-
[par. 3-02 - 999999.999 Referen-
ference-
ceFeedbackUnit]
FeedbackU-
nit*
82
Motordata
Motorpolen
tot Par. 1-39
teruggezet naar de standaardinstelling.
– toepassingsvoorbeeld.
Functie:
Voer de gewenste minimumwaarde in voor de externe referentie. De waarde en eenheid voor de
minimumreferentie komen overeen met de gemaakte instellingen in Par.1-00
Par. 20-12
Referentie/terugk.eenheid
Functie:
Voer de maximumwaarde in voor de externe referentie. De waarde en eenheid voor de maximum-
referentie komt overeen met de gemaakte instellingen in Par.1-00
Referentie/terugk.eenheid
Par. 20-12
MG.20.M5.10 – VLT
Motordata
juist in te stellen, aangezien deze deel uitmaken van het AMA-algoritme.
wordt gewijzigd, worden de geavanceerde motorparameters Par. 1-30
.
NB!
Par. 20-13
Minimumreferentie/terugk.
figuratiemodus
Interne regeling
is ingesteld op
.
NB!
Max. referentie/terugk.
Par. 20-14
ratiemodus
Interne regeling
is ingesteld op
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VLT
Bedieningshandleiding
Statorweer-
Configuratiemodus
moet worden gebruikt als par. 1-00
[3].
Configuratiemodus
Configu-
moet worden gebruikt als par. 1-00
[3].
®
AQUA Drive
en
Con-
en