De opnamefunctie instellen met behulp van de cameraknoppen
Belichtingscorrectie
Deze camera past de belichting automatisch aan de situatie van het
omgevingslicht aan. U kunt echter de belichtingswaarde met behulp van het
menu [BW] aanpassen.De belichting corrigeren
1. Druk op de Fn knop en gebruik vervolgens
de OMHOOG en OMLAAG knoppen om het
pictogram belichtingscorrectie () te kiezen.
De menubalk voor de belichtingscorrectie
wordt weergegeven, zoals hiernaast te zien is.
2. Gebruik de LINKS en RECHTS knoppen om
de gewenste factor voor belichtingscorrectie in
te stellen.
3. Druk nogmaals op de Fn knop. De waarde die u instelt wordt opgeslagen
en de instellingsmodus belichtingscorrectie sluit. Als u de belichtingswaarde
wijzigt, wordt het belichtingslampje () weergegeven aan de onderzijde van
het LCD scherm.
Een negatieve belichtingscorrectiewaarde vermindert de belichting. Let erop
dat een positieve belichtingscorrectiewaarde de belichting verhoogt en dat
het LCD-scherm wit zal zijn, of dat u geen goede foto's krijgt.
Framestabilisator voor fi lmclip
Deze functie helpt u bij het stabiliseren van opnamen die zijn vastgelegd
tijdens het opnemen van filmclips.
U kunt dit menu uitsluitend in de modus
FILMCLIP kiezen.
) : De functie framestabilisator
[UIT] (
fi lmclip wordt uitgeschakeld.
[ANN] ( ) : Vermindert het trillen van de
BW
camera tijdens het opnemen. Het
bereik van het opnameframe wordt smaller dan bij selectie van
de menuoptie [UIT].
STABILIS
UIT
[43]