De opnamefunctie instellen met behulp van de cameraknoppen
Lichtmeting
als u geen geschikte belichtingsomstandigheden kunt krijgen, kunt u de licht-
metingsmethode wijzigen om helderder opnamen te maken.
[MULTI] (
)
: De belichting zal worden
berekend op basis van een
gemiddelde van het beschik-
bare licht in het bereik van de
opname. De berekening zal
echter het midden van het
bereik van de opname laten
prevaleren. Dit is geschikt voor algemeen gebruik.
[SPOT] (
)
: Uitsluitend het rechthoekige gebied in het midden van het
LCD scherm wordt doorgemeten op licht. Dit is geschikt
wanneer het onderwerp in het midden correct belicht is,
onafhankelijk van achtergrondverlichting.
[CENTREREN] (
) : De belichting zal worden berekend op basis van een
gemiddelde van het beschikbare licht in het bereik
van de opname. De berekening zal echter het midden
van het bereik van de opname laten prevaleren. Dit
is geschikt voor het maken van een foto van een klein
voorwerp, zoals een bloem of insecten.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het scherpstellingsbereik
bevindt, gebruikt u de spot-lichtmeting niet omdat dit kan leiden tot een
belichtingsfout. In deze situatie is het beter om belichtingscorrectie te
gebruiken.
[40]
Transportfunctie
U kunt continuopnamen kiezen, en AEB (automatische belichtings-bracket).
[ENKEL] (
[CONTINU] (
[AEB] (
)
LICHTMETING
MULTI
[BEWEGENDE OPNAME] (
)
: Slechts één opname maken.
)
: Er worden continu opnamen
gemaakt totdat de sluiter
knop wordt losgelaten.
: Maak drie opnamen in een
reeks van verschillende belich-
tingen: standaard belichting
(0,0 EV), korte belichting (-1/3 EV), en overbelichting (+1/3
EV). Gebruik deze functie als u de belichtingswaarde van een
onderwerp niet kunt bepalen.
) : Deze functie maakt 6 opnamen per seconde
gedurende 5 seconden als de sluiter knop
in gedrukt wordt gehouden. Het maximum
aantal opnamen is 30 en de opnamegrootte is
vastgelegd als VGA.
SNELHEID
ENKEL