• Als u het gedetecteerde gezicht als doel instelt, volgt de camera, zelfs
wanneer [Gezichtsprioriteit volgen] is ingesteld op [Uit], het lichaam
wanneer het gezicht niet zichtbaar is. Als de bedoelde persoon van het
scherm verdwijnt terwijl hij of zij door de camera wordt gevolgd, en
vervolgens weer terugkeert op het scherm, stelt de camera weer scherp op
dat gezicht.
Het bereik van de automatische scherpstelling beperken
(AF-bereikregeling)
U kunt het bereik van de automatische scherpstelling beperken. Met deze
functie kan de camera scherpstellen op een onderwerp zonder dat dit wordt
gehinderd door voorwerpen op de achtergrond of voorwerpen op de
voorgrond.
1
Druk op de knop AF RANGE (AF-
bereikregeling).
2
Stel de maximale opnameafstand
in met het instelwiel voor en de
minimale opnameafstand met het
instelwiel achter.
• Het AF-vlak en hulpvlak* die
overlappen met het onderwerp dat in
het door u ingestelde AF-bereik is,
kleuren geel.
* Het hulpvlak verschijnt alleen wanneer
een compatibele lens wordt gebruikt.
104
De scherpstelling aanpassen
AF RANGE-knop
Scherpstelpositie van de lens
Het ingestelde AF-bereik
Waarde opname-afstand