9. Configuratie en bediening
Na het installeren van de buitensensoren en de aansluitende ingebruikneming
van het basisstation (u dient deze volgorde beslist aan te houden) moeten nu
de door de sensoren verzonden data op het display van het basisstation
verschijnen.
a)
Basisinstellingen, configuratie
De volgende instellingen zijn voor het gebruik nog noodzakelijk:
•
Jaar, maand, dag, uur, minuut
•
Breedte-/ lengtegraad van uw standplaats
•
Tijdzone
Pas hierna worden de maanfase en de tijd voor zonsopgang en
zonsondergang, alsmede datum en tijd weergegeven.
Extra instelmogelijkheden:
•
Regensensor- ijking indien gewenst mogelijk (dit is echter al door de
fabrikant gedaan en hoeft door u normaalgesproken niet meer opnieuw
gedaan te worden!)
•
Eenheid van de regenhoeveelheid
•
Toewijzing van de verloopaanduiding (luchtdruk, binnen- of buitentemperatuur)
•
Eenheid van windsterkte
In de configuratiemode hebben de toetsen de volgende functies:
Opdruk
Functie
IN
SENSOR
EXIT
MIN/MAX
+
RAIN
-
OUT
NEXT
U vindt de betekenis van de toetsen ook op de achterkant van het basisstation.
Let svp op het volgende:
Als u bij de aparte instellingen de toetsen "+" of "-" langer indrukt,
worden de waarden sneller veranderd.
14
Beschrijving
(niet gebruikt)
Verlaten van de configuratiemode)
Waarde verhogen
Waarde verlagen
Naar de volgende instelling
Na iedere instelling kunt u de configuratiemode door het indrukken
van "EXIT" verlaten of met de toets "NEXT" naar de volgende
instelling gaan.
De configuratie vindt plaats in onderstaande volgorde:
➜
➜
➜
Jaar
maand
dag
minuten
➜
lengtegraad (longitude = LO = OL)
➜
eenheid regenhoeveelheid
toewijzing van de verloopaanduiding
heid wind
Daarna start de instel- volgorde weer van voren af aan.
Configuratiemode oproepen
Druk ca, 2 seconden op de toets "IN". Bij het loslate
> 2 seconden
van de toets ziet u de desbetreffende aanduiding
Stel met de toetsen "+" en "-" het actuele
Jaar
jaar in. Druk op de toets "NEXT"
Stel met de toetsen "+" en "-" de maand in.
Maand
Druk op de toets "NEXT"
Stel met de toetsen "+" en "-" de dag in.
Dag
Druk op de toets "NEXT"
Stel met de toetsen "+" en "-" de minuten in.
Minuten
Druk op de toets "NEXT"
Stel met de toetsen "+" en "-" de uren in.
Uren
Druk op de toets "NEXT"; aansluitend kan
de breedtegraad ingevoerd worden
(op het display verschijnt "LA" = latitude).
➜
➜
uren
breedtegraad (LA = latitude = NB)
➜
➜
tijdzone (ti)
ijking regensensor
➜
➜
een-
15