7. Voorbereidingen voor het gebruik,
ingebruikneming
Let op het volgende:
Neem eerst alle beschikbare buitensensoren in gebruik
(batterijen er in leggen), pas daarna het basisstation zelf.
Als u een andere volgorde aanhoudt, kan het gebeuren dat
het basisstation de aanwezige buitensensoren niet herkent!
Het verdient beslist aanbeveling het basisstation met alle buitensensoren
(voor zover u naast de meegeleverde combi- sensor nog andere buitensoren
aangeschaft heeft) eerst binnenshuis uit te proberen, voor u de buitensenso-
ren in de openlucht monteert. De afstand tussen basisstation en buitensen-
soren dient echter minimaal 2 m te bedragen, om interferentie te voorkomen.
U bespaart door deze eerste functietest het omslachtige en tijdrovende zoe-
ken naar fouten achteraf.
a) Ingebruikneming van de combi- sensor
•
Open de behuizing van de sensor. Draai eerst het
onderste deel van de behuizing zoals hiernaast
aangegeven een stukje in de richting van de pijl
(1) en trek daarna de behuizing voorzichtig naar
beneden (2).
•
Leg daarna drie batterijen (AA, penlite) met de
juiste poling in het batterijvak, zie afbeelding
rechtsonder.
•
Het gebruik van accu's is mogelijk, daarbij
worden echter door de lagere spanning/
capaciteit zowel het bereik als de werkingsduur
minder!
•
Sluit de behuizing van de sensor; schuif de
behuizing naar boven en vergrendel deze weer.
•
Zet de voet in elkaar.
10
De plaatsing, b.v. in de tuin, dient, zoals hiervoor al eerder gezegd is, pas na
een uitgevoerde functietest te gebeuren.
Een gunstige plek voor de combi- sensor te vinden kan moeilijk worden,
want de combi- sensor moet indien mogelijk in de schaduw staan, om de
temperatuurwaarden correct te meten. Anderzijds moet ook aan de functie
van wind- en regensensor gedacht worden.
De nabijheid van gebouwen, bomen e.d. kan de meetwaarden van wind- en
regensensor vervalsen.
Als u een plaats gevonden heeft, steekt u de aardpen diep in de grond, om
een vaste stand van de combi- sensor te garanderen.
b)
Als u een of meerdere extra temperatuur-/ vochtigheidssensoren van het
type "ASH555" wilt gebruiken, legt u nu de batterijen met de juiste poling in
de sensor(en). Er kunnen maximaal 8 van deze sensoren aangesloten worden.
onder
Denk bij de keuze van de opstelplek aan de veiligheid voor
kinderen, huisdieren of voertuigen enz.
Door het omvallen van de combi- sensor bestaat gevaar voor
verwondingen resp. gevaar voor beschadigingen aan
voertuigen of voorwerpen.
Het onderste stuk van de aardpen kan ook m.b.v. een hamer
in de grond geslagen worden. Daartoe dient u echter beslist
een geschikt blok te gebruiken, opdat het bovenste uiteinde
van de buis niet beschadigd wordt (geen montage van de andere
buizen meer mogelijk). Verlies van garantie!
Let er op, dat op de plek waar u de aardpen in de grond wilt
slaan, geen Leidingen gelegd zijn (b.v. slangen voor een
bewateringssysteem e.d.).
Ingebruikneming van overige sensoren
11