14. Gebruik
Let op alle veiligheidsrichtlijnen van deze handleiding!
a) Algemeen
Het product mag niet geopend of gedemonteerd worden (afgezien van de in
deze handleiding genoemde werkzaamheden, b.v. het vervangen van de bat-
terijen of het schoonmaken van de regenmeter).
Er bevinden zich geen onderdelen in dit product die door u onderhouden
moeten worden. Bovendien vervalt daardoor de toelating (CE).
Al bij het vervallen van geringe hoogte wordt het apparaat beschadigd.
b) Basisstation
Vermijd de volgende ongunstige omgevingscondities bij het gebruik van het
weerstation:
•
natheid of te hoge luchtvochtigheid
•
extreme koude of hitte
•
directe blootstelling aan zonlicht
•
stof of brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
•
sterke trillingen
•
sterke magneetvelden, zoals in de nabijheid van machines of luidsprekers
Gebruik dit product nooit direct als het van een koude naar een warme ruim-
te gebracht wordt. Het daarbij ontstaande condenswater kan onder omstan-
digheden uw apparaat vernielen.
Wacht, tot het apparaat op kamertemperatuur gekomen is.
Dit kan meerdere uren duren.
De opstelplek dient zodanig gekozen te worden, dat het basisstation stevig
staat en niet kan vallen. Door het grote gewicht bestaat er anders gevaar
voor letsel.
Waardevolle of voor krassen gevoelige oppervlakken van meubilair dienen
32
door middel van geschikte onderleggers beschermd te worden tegen
beschadigingen, voor u het basisstation er opzet.
c) Combi- sensor
De combi- sensor is weliswaar beschermd tegen regen van boven, maar niet
van opzij of van onderen. Vermijd daarom beslist het natsproeien (b.v. door
een tuinslang of een ander bewateringssysteem).
Kies de opstelplek dusdanig, dat kinderen de combi- sensor niet om kunnen
gooien; stel de combi- sensor niet op in de buurt van auto's, glazen deuren/
ramen of dergelijke!
15. Verklaring van de gebruikte begrippen
Gevoelstemperatuur
Zie "windchill"
Comfort- indicator
De symbolen van de comfort- indicator (drie verschillende "smiles" ) geven ket
kamerklimaat weer, waarbij het weerstation werkt volgens de volgende tabel:
Afhankelijk van de verhouding temperatuur tot luchtvochtigheid zijn er zeer
duidelijk afgepaalde bereiken, die als behaaglijk of onbehaaglijk klimaat
gedefinieerd worden. Zo ervaart men b.v. bij een temperatuur van 25 °C een
luchtvochtigheid < 30% als te droog (b.v. lucht van de verwarming) en een
luchtvochtigheid van > 60% als zwoel.
33