VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VEILIGHEID VAN DE GEBRUIKERS EN
TECHNIEKERS.
- De machine mag niet gebruikt worden door niet‐bevoegd personeel dat niet
getraind is om de machine te gebruiken of door personen waarbij reflexen
aangetast kunnen zijn door het onder invloed zijn van bijvoorbeeld alcohol,
drugs, geestelijke geneesmiddelen of door andere omstandigheden.
- Gebruik de machine niet in ontvlambare ruimtes of waar er ontploffingsgevaar
dreigt.
- Zuig geen brandende objecten op of dingen die een brand kunnen veroorzaken.
- Verwijder geen flappen of beschermingsonderdelen als de machine in werking is.
- Gebruik de machine niet voor het reinigen van objecten.
- Begin niet met de uitvoering van onderhoudsactiviteiten indien er onderdelen in
beweging zijn.
- Bescherm ogen en haar tijdens het gebruik van luchtpistolen of waterpistolen om
de machine te reinigen.
- Maak, bij het optillen van de machine, gebruik van de juiste apparatuur die het
gewicht van de machine kan dragen.
- Veroorzaak geen vlammen of vonkjes in de buurt van de machine.
- Ontkoppel de kabels van de batterij alvorens in te grijpen op het elektrisch
circuit.
- Vermijd contact met het accuzuur.
‐ Beweeg voorzichtig over oneffen vloeren en op hellingen.
Vermijd hellingen hoger dan 20% bij het voorwaarts rijden en hellingen hoger
dan 10% dwars op de bewegingsrichting.
‐ Let op bij het draaien en manoeuvreren, vertraag in bochten om te vermijden
dat u omkantelt.
7