Hoofdstuk 1
16
dan of de glijklem (groen) de IV-set goed afsluit en dat het deurhaakje niet
kapot is. Als het deurhaakje beschadigd blijkt of kapot is, mag de pomp niet
meer worden gebruikt.
Let op:
Als een verkeerde lijn wordt gekozen, kan de tijdsduur voordat de pomp
een drukalarm geeft, worden verlengd. Een verkeerde toedieningssnelheid is ook
mogelijk.
• Druk op
u
als de vulfunctie is ingeschakeld om de infuuslijn met de weer-
gegeven snelheid te vullen. Annuleer het vullen met k. Herhaal de proce-
dure tot de lijn volledig is gevuld. Druk vervolgens op
Opmerking:
tijdens het vullen zijn alle lucht- en druppelwaarschuwingen
uitgeschakeld.
• Breng de verbinding met de patiënt tot stand.
• Beantwoord de vraag of de oude therapie moet worden toegepast met
d
(de vraag kan worden uitgeschakeld via de servicehandleiding). Als u
selecteert, verspringt de pomp naar het hoofdmenu.
Opmerking:
Bij snelheden lager dan 10 ml/uur kan natuurkundig gezien de
detectie van een gesloten rolklem niet altijd worden verzekerd. Een druppel-
sensor kan worden gebruikt om dit te voorkomen.
Invoeren van infuussnelheid:
• Druk op
l
en stel de snelheid in met q.
• Druk op
s
f
om het infuus te starten. VTBI is vereist om het infuus te starten.
De tijd wordt berekend zodra de snelheid wordt ingevoerd. Als de tijd wordt
ingevoerd,zal de snelheid / dosis automatisch berekend worden.De bewe-
gende
pijlen in de display en de groene LED boven de display geven aan dat
de toe
diening plaats vindt.
Opmerking:
Het lopende infuus kan op ieder moment worden onderbroken door
f
s
op
te drukken. De pomp kan op elk gewenst moment worden uitgeschakeld
o
door 3 sec. op
te drukken (uitzondering: Data lock niveau 2) en zolang een
spuit is ingebracht.
Bediening met Intrafix® SafeSet
Opmerking:
Bij gebruik van de Intrafix® SafeSet is VTBI niet vereist.
Een uniek luchtdicht filter membraan fungeert als barrière, door te beschermen
tegen lucht in de leiding. Als het vloeistofniveau het membraan bereikt, wordt
het upstream alarm geactiveerd, stopt de pomp en komt er geen lucht door de
AirStop filter. Zodoende is er voor een snelle switch naar een andere container
geen extra werkdruk vereist voor het ontluchten.
In het geval van een "Check upstream" alarm, detecteert de upstream sensor
een onderdruk toestand in de IV-set tussen de pomp en de druppelkamer.
Controleer daarom altijd of de rolklem open is, of de infuuslijn is geknikt of de
zak en/of de druppelkamer leeg is.
BEDIENING
d
om verder te gaan.
u
u
of