3.b.
Bepalen van het vermogen
2
De verschillende componenten hebben volgende piekvermogens:
Het DucoTronic System Wired is zo opgebouwd dat er maximaal 20 roosters in 1 keer worden aangestuurd. Men moet dus
maar rekening houden met 20 ventilatieroosters ook al zijn er meer aanwezig in het netwerk. Het maximale vermogenverbruik
ligt dus vast op (20 x 5W voor de ventilatieroosters) + (3W per sensor) + (2W voor de IQ unit).
Voorbeeld: Een netwerk met 60 roosters, 38 CO
3.b.
Bepalen van de datakabels
3
De beide communicatieprincipes (ModBus en DucoBus) maken gebruik van 3 aansluitingen: A, B en DGND (Dataground)
A
→
Differentieel paar : Communicatie
B
→
Extra kabel die zorgt voor dezelfde referentie bij signaaloverdracht. Alle Duco-componenten zijn
voorzien van DGND. Bij externe communicatie (ModBus) kan het zijn dat DGND niet voorhanden is
DGND of dataground:
→
en dus niet gebruikt kan worden. De dataground is verplicht bij aparte voedingen; bij een centrale
voeding is deze aangeraden te gebruiken.
We specifiëren een maximale buslengte van 300 m en maximum 99 componenten.
(Het systeem is getest met: 3 x 0,75 Drakakabel, vaste kern) (Er kan geopteerd worden om de voeding- en de datakabel samen
te voorzien: 5 x 0,75 Drakakabel, vaste kern)
sensoren (Wired) en 1 Externe IQ unit (Wired): Minimale vermogen van de voeding= 100 W + 114 W + 2 W = 216 W
2
(Hou rekening met de voedingskabel; zie pag. 10)
Externe IQ unit
CO
sensor (Wired)
2
(Wired) : 2W
/ Vochtsensor : 3W
Roosterunit : 5W
11