Samenvatting van Inhoud voor Duco Comfort System Wired
Pagina 1
L0001666-A Duco Comfort System Wired DucoTronic System Wired Installatiehandleiding...
Pagina 2
Duco geeft op een natuurlijke manier doordachte combinatie zuurstof aan ieder gebouw. Verse basisventilatie, intensieve ventilatie lucht rechtstreeks gevel en zonwering zorgt voor een optimale binnenbrengen, zonder complexe luchtkwaliteit. Duco biedt zowel toevoerkanalen, is de ultieme garantie voor woning, kantoor, school of voor een gezond binnenklimaat.
Inhoud Inleiding HOME Situering van de Duco-componenten Externe IQ unit (Wired) sensor (Wired) Vochtsensor (RH) (Wired) Aanwezigheidsdetectie Opbouw van het netwerk 8-19 Overzicht Bekabeling Aansluiten van de Duco-componenten OXYGEN Inbedrijfstelling van het systeem 20-25 Inleiding Aanmelden van de componenten Nadien toevoegen van een rooster...
1. Inleiding Het Duco Comfort System Wired en het DucoTronic System Wired zijn een bekabeld vraaggestuurd natuurlijk ventilatiesysteem. Het systeem functioneert volledig automatisch, maar de gebruiker kan altijd plaatselijk de componenten bedienen. De componenten van het systeem staan met elkaar in verbinding via een...
Pagina 5
Elektronisch Manuele roosters Warmtepomp gestuurde roosters (boiler) Verwarming Afvoerunit Externe Externe sturingsunit IQ unit (Wired) Nachtkoeling sensoren (Wired) Tijdsturing Vochtsensoren (Wired)
2. Situering van de Duco-componenten 2.a Externe IQ unit (Wired) (indoor quality) Luchttoevoer en luchtafvoer zijn door de Externe IQ unit (Wired) altijd perfect in evenwicht. Deze unit communiceert (via een 0-10V/PWM signaal) met de mechanische afzuigunit die zorgt voor het afvoeren van vervuilde lucht en vocht.
2.c Vochtsensor (RH) Doordat deze sensor in vochtige ruimtes geplaatst wordt, moet er extra aandacht geschonken worden aan de plaatsing hiervan. De wetgeving bepaalt dat elektrische toestellen en stopcontacten enkel in zone 3 geplaatst mogen worden! (zie afbeelding) 2. d Aanwezigheidsdetectie (enkel voor België) POLLUENTEN Om polluenten af te voeren, moet in elke ruimte waar zich...
Daarnaast kan de Externe IQ unit (Wired) communiceren via het universele ModBus protocol over RS 485 met een externe sturingsunit. Op deze manier kan de IQ unit alle info weergeven van de componenten binnen het Duco-netwerk of kan de externe sturingsunit het netwerk bijsturen.
(Hou rekening met de datakabel; zie pag. 11) De Duco-componenten worden gevoed met 24 VDC. Er wordt steeds gewerkt met een kabel diameter 2 x 0,75 mm of groter. (Het systeem is getest met: 2 x 0,75 Drakakabel, vaste kern) (Er kan geopteerd worden om de voeding -en de datakabel samen te voorzien, 5 x 0,75) De onderdelen kunnen gevoed worden met een algemene DIN-rail voeding (aantal componenten afhankelijk van het vermogen) of met een aparte Duco-voeding achter een inbouwdoos (12W, maximum 3 componenten per voeding).
De beide communicatieprincipes (ModBus en DucoBus) maken gebruik van 3 aansluitingen: A, B en DGND (Dataground) → Differentieel paar : Communicatie → Extra kabel die zorgt voor dezelfde referentie bij signaaloverdracht. Alle Duco-componenten zijn voorzien van DGND. Bij externe communicatie (ModBus) kan het zijn dat DGND niet voorhanden is DGND of dataground: →...
3.c Aansluiten van de Duco-componenten LET OP! Maak de componenten vóór het installeren spanningsloos! 3.c. Ventilatieroosters In het raamkozijn en het kopschot van het rooster dient een opening voorzien te worden om de roosterunit te voeden. Datakabels worden ook via deze weg doorgelust, de roosterunit is altijd rechts gepositioneerd van binnen uit gezien. Op pagina 14 &...
Pagina 14
Kabelingangen elektronisch gestuurde ventilatieroosters Bij Glas- en Kalfplaatsing is er altijd een opening voorzien in de rechtersponning van binnenuit gezien (zie afb.1: KlepTronic 15). De kabels dienen in deze rechtersponning voorzien te worden (zorg voor voldoende kabellengte: minimum 25 cm). Bij de TwinTronic 120 is de opening voor de kabelingang bovenaan in het kopschot voorzien (zie afb.
Pagina 15
Voor de TopTronic 50 is er ook reeds een opening voorzien in het kopschot. Figuur 3 toont waar deze te vinden is en bijgevolg waar de toevoerkabel voorzien moet worden. Bij Compacte Kalfplaatsing is er bij de GlasMaxTronic reeds een opening voorzien (zie afb. 4). Bij de MaxTronic en MiniMaxTronic, Compacte Kalfplaatsing, dient er zelf een opening (Ø10 mm) voorzien te worden.
Pagina 16
Voedingsmogelijkheden: minimum Ø 60mm - Per unit/sensor is er een Duco-voeding die zorgt voor omzetting van 220 VAC naar 24 VDC / 12W. Maximaal 3 componenten kunnen worden gevoed. - Een centrale voeding kan meerdere componenten voorzien van stroom (aantal afhankelijk van het vermogen van de voeding).
Pagina 17
Na de verbinding van de voedings- en datakabel aan het component mag de frontcover (samen met het printplaatje) over de backcover geklikt worden. tien aansluitpinnen (op het printplaatje, zie afbeelding) schuiven automatisch connectoren. Het zijn die aansluitpinnen die ervoor zorgen dat alles verbonden Om de frontcover opnieuw van de backcover te halen is centraal onderaan een...
3.c. Externe IQ unit (Wired) Verbinding tussen Externe IQ unit (Wired) en externe sturingsunit (ModBus verbinding) Op de Externe IQ unit (Wired) zijn er 3 aansluitingen voorzien voor de ModBus communicatie: A, B en DGND. → → DGND Data - aansluitingen →...
Pagina 19
Overige aansluitingen Externe IQ unit (Wired) (Output en Input via spanning) Schakelcontact → Schakelcontact Out: Dit is een spanningsloos contact. Indien de Externe IQ unit (Wired) in alarm gaat, → worden deze klemmen kortgesloten. Hierop kan een extern alarmsysteem geplaatst worden. Schakelcontact In: Dit is een ingang voor een spanningsloos contact.
Pagina 20
Hoe het spanningsloos schakelcontact in bijvoorbeeld gebruiken? achter dubbelpolige schakelaar: Bij het aansluiten van de schakelaar wordt het contact ook gesloten > Bij het ontsteken van het licht in het toilet start de werking. PIR met spanningsloos contact sluit het contact. De installateur/bewoner kiest zelf een PIR die een spanningsloos contact beheert.
Pagina 21
Werking spanningsloos contact? Kan ingesteld worden als: TOILET DETECTIE, WARMTEPOMP CONTACT, ALARM 1. Toilet detectie: Wanneer het ventilatiesysteem in automatische stand (Afvoerbox standaard tussen 15 & 60 %) staat: 5 seconden na het sluiten van het spanningsloos contact, wordt de mechanische afvoerbox naar de ingestelde contactwaarde gestuurd.
Pagina 22
2. Warmtepomp contact: Voorwaarde koppeling Warmtepomp moet in staat zijn om een spanningsloos contact te sluiten bij een warmtevraag. Lucht-water warmtepomp met ventilatielucht als bron. PWM ingang of 0-10 V, bij gebruik van een warmtepomp zonder interne ventilatie Wanneer het spanningsloos contact 'open' is: Standaard werking van het ventilatiesysteem.
Pagina 23
Voorbeeld: > De ( warmtepomp) contactwaarde is ingesteld op 50 % (standaard) > Het spanningsloos contact wordt gesloten. > De bewoner drukt op stand (30 %) van de vochtsensor (Wired), de 50% (contactwaarde) wordt aangehouden. > De bewoner drukt op stand (60 %) van de vochtsensor (Wired), de stand van de mechanische afvoerbox wordt gewijzigd naar 60 % Wanneer het spanningsloos contact terug 'open' is:...
Pagina 24
3. Alarm contact - werking: Wanneer het spanningsloos contact 'open' is: Ventilatiesysteem werkt normaal. Standaard weergave op de sensoren en ventilatieroosters. Wanneer het spanningsloos contact 'gesloten' is: Alarm werking. De elektronisch gestuurde ventilatieroosters (indien aanwezig) worden richting de ingestelde contactwaarde gestuurd. (standaard 50 %) De mechanische afvoerbox wordt richting de ingestelde contactwaarde gestuurd.
Pagina 25
Wanneer de 'alarm modus' actief is, kan de gebruiker/bewoner niet manueel gaan 'overrulen' op de elektronische ventilatieroosters of de sensoren. De LED's op de elektronisch gestuurde ventilatieroosters knipperen rood. De vier hoeken op de CO - en vochtsensoren (Wired) knipperen. De vier LED's op de externe IQ-Unit (Wired) roteren in met de klok mee.
4 . Inbedrijfstelling van het systeem 4.a Inleiding Na het bekabelen van het netwerk dienen alle sensoren en roosters aangemeld te worden. Per externe IQ unit (Wired) (ventilatiezone) dienen de CO sensoren (Wired), vochtsensoren (Wired) en ventilatieroosters aangemeld te worden. De volgorde van installeren van de sensoren kan willekeurig gebeuren.
4.b Aanmelden van de componenten Alle componenten per ventilatiezone Systeem naar 'Installer mode' Een vochtsensor (Wired) aanmelden staan nu klaar om toegevoegd te worden. Handeling Handeling Door de volgorde van aanmelden, krijgen Alle knoppen van de externe IQ unit van de vochtsensor (Wired) (RH) kort alle componten een adres toegewezen.
Stappen 2 en 3 kunnen herhaald worden Een CO sensor (Wired) en zijn ventilatieroosters aanmelden om alle sensoren toe te voegen aan Handeling Handeling de externe IQ unit (Wired). (dit voor maximaal 99 componenten per DucoBus van het elektrisch gestuurde rooster connectie).
Pagina 29
Stappen 2 en 3 kunnen herhaald worden Een CO sensor (Wired) en de bijhorende ClimaTop (Wired) aanmelden om alle sensoren toe te voegen aan Handeling Handeling de externe IQ unit (Wired). (dit voor maximaal 99 componenten per DucoBus LED van de ClimaTop (Wired) kort connectie).
4.c Nadien toevoegen van een rooster Netwerk naar 'Installer mode' sensor (Wired) 'openstellen' Rooster toevoegen Handeling Handeling Handeling Alle knoppen van de externe IQ unit (Wired) 5 van het elektrisch gestuurde rooster seconden samen ingedrukt houden (als het van de CO sensor (Wired) kort kort indrukken.
4.d Nadien toevoegen van een ClimaTop (Wired) Netwerk naar 'Installer mode' sensor 'openstellen' Rooster toevoegen Handeling Handeling Handeling Alle knoppen van de externe IQ unit (Wired) 5 LED van de ClimaTop (Wired) kort seconden samen ingedrukt houden (als het van de CO sensor (Wired) kort indrukken.
4.e Verwijderen van sensoren of roosters uit het netwerk Netwerk naar 'Installer mode' Sensor verwijderen Rooster verwijderen Handeling Handeling Handeling Alle knoppen van de IQ unit 5 seconden van het elektrisch gestuurde rooster samen ingedrukt houden (als het netwerk van de sensor kort indrukken. kort indrukken.
4.f Verwijderen van een ClimaTop (Wired) uit het netwerk Netwerk naar 'Installer mode' Rooster verwijderen Handeling Handeling Alle knoppen van de IQ unit 5 seconden LED van het elektrisch gestuurde rooster samen ingedrukt houden (als het netwerk kort indrukken met een schroevendraairer. nog niet in 'Installer mode' staat).
4.e Vervangen van een component Verwijder het component zoals aangegeven bij punt 4.d. Het toevoegen van nieuwe sensoren gebeurt idem als bij voorgaande punten besproken. Indien een CO sensor (Wired) vervangen dient te worden, zullen de bijhorende ventilatieroosters ook opnieuw aangemeld moeten worden. Indien een component verwijderd wordt, komt zijn nodenummer 'vrij'.
4.f Installatie ongedaan maken Plaats de externe IQ unit (Wired) in 'Installer mode' Netwerk annuleren zoals eerder aangegeven. (4 knoppen voor 5 seconden indrukken) Handeling Knop van de externe IQ unit (Wired) 3 seconden samen ingedrukt houden. Resultaat Externe IQ unit (Wired): De LED's knipperen 6x Sensoren (Wired): Node 0 verschijnt Roosters: Een LED knippert...
5 . Systeem instellingen De standaard instellingen kunnen handmatig gewijzigd worden. Naar systeem instellingen Naar volgende instelling Instelling aanpassen Handeling Handeling Handeling Druk vanuit 'gebruikersmodus' Druk in om naar boven te scrollen (+). knoppen gedurende 5 seconden van de sensor kort indrukken. Druk in om naar onder te scrollen (-).
Pagina 37
Volgende instellingen kunnen in het menu aangepast worden. Tussen haakjes staan de waardes waartussen de instellingen kunnen gewijzigd worden. → DucoBus adres (Deze instelling dient ter controle van het nodenummer) → ModBus adres (Dit nummer kan gewijzigd worden, opletten voor de structuur!) →...
Via het ModBus kanaal is het mogelijk om via een externe sturingsunit te communiceren met de IQ unit door gebruik te maken van het standaard ModBus protocol (over RS485). Op deze manier kan de IQ unit alle info weergeven van het Duco netwerk of kan via de externe sturing dit netwerk bijgestuurd worden.
6.b Werken met registers / parameters De externe sturingsunit communiceert met elk component (node) via leesparameters (input) en schrijfparameters (output). → Leesparameters (input): type component, afvoerniveau, CO waarde, vochtgehalte,... → Schrijfparameters (output): streef afvoerniveau, stuur alle roosters, streef roosterniveau,... Ieder component kan maximum 10 lees- en 10 schrijfparameters bevatten. Deze verzameling waardes is gebundeld in een 'tabel' waar informatie uitgehaald of ingestoken kan worden.
Pagina 40
6.b. sensor Leesparameter/Input: 0 = Type module: CO sensor = 2 1 = CO waarde (ppm): toont de gemeten CO waarde 2 = Vochtgehalte (%): niet van toepassing bij CO sensor 3 = Binnentemperatuur (°C): toont de gemeten binnentemperatuur Schrijfparameter/Output: 0 = Stuur gelinkte ventilatieroosters (%): de roosters gelinkt aan deze CO sensor worden allen naar een gewenst percentage gestuurd (0% = volledig dicht, 100% = volledig open)
Pagina 41
6.b. Ventilatieroosters Leesparameter/Input: 0 = Type module: Ventilatierooster = 5 1 = Huidige roosterstand (%): geeft de werkelijke roosterstand mee 2 = Buitentemperatuur (°C): toont de gemeten buitentemperatuur Schrijfparameter/Output: 0 = Streef roosterniveau (%): het rooster wordt gestuurd naar dit ventilatieniveau (0% = volledig dicht, 100% = volledig open) Algemeen voorbeeld: (zie schema pag.
Pagina 42
Handelsstraat 19 - 8630 Veurne - Belgium - tel +32 58 33 00 33 - fax +32 58 33 00 44 - info@duco.eu - www.duco.eu 13.10.2014 - onder voorbehoud van wijzigingen...