Inhoudsopgave
Advertenties
3.5.2.2
3.5.2.3
22
3
Veiligheid en verantwoordelijkheid
3.5
Gevaren
➤ Gebruik als hefpunt alleen daarvoor bestemde kraanhefogen, nooit handgrepen, trekdissels of
andere onderdelen die daar niet voor bestemd zijn.
➤ Gebruik alleen kraanhaken of lastogen die voldoen aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
➤ Bevestig kabels, kettingen of touwen nooit direct aan het kraanhijsoog.
➤ Sleutel niet aan de kraanophanging, met name de bevestigingspunten van de kraanhijsogen.
➤ Wanneer de aangeschroefde kraanophangingen worden gedemonteerd, mogen bij de monta‐
ge uitsluitend nieuwe zelfborgende moeren worden gebruikt.
➤ Hijs de machine niet met schokken omhoog om te vermijden dat onderdelen breken.
➤ Beweeg opgetilde lasten alleen langzaam en zet ze voorzichtig op de grond.
➤ Laat de last nooit aan het hijswerktuig hangen.
Het volgende is verboden:
■
Transport van de machine door de lucht (optillen aan de kraanophanging met een heli‐
kopter).
■
Het laten vallen van de machine met een parachute.
Opstelling
Een passende plek om de machine op te stellen voorkomt ongevallen en storingen.
➤ Plaats de machine niet direct voor een muur. Accumulatie van hitte door warme afvoerlucht
kan de machine beschadigen.
➤ Zorg dat de machine goed toegankelijk is zodat alle werkzaamheden ongehinderd en zonder
gevaar kunnen worden uitgevoerd.
➤ Het product mag niet in omgevingen gebruikt worden, waarin aan bijzondere vereisten en nor‐
men m.b.t. explosievrije ruimtes moet zijn voldaan.
Een voorbeeld hiervan zijn de vereisten voor "gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan
heersen" volgens 2014/34/EU ATEX-richtlijn.
➤ Zorg voor voldoende ventilatie.
➤ Plaats de machine zo dat geen afbreuk wordt gedaan aan de arbeidsomstandigheden rondom
de machine.
➤ Houd u aan de grenswaarden voor omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid.
➤ De schone aanzuiglucht moet vrij zijn van schadelijke bestanddelen.
Schadelijke bestanddelen zijn bijv.:
■
uitlaatgassen van verbrandingsmotoren,
■
brandbare, explosieve of chemisch instabiele gassen en dampen,
■
zuren of basen vormende stoffen zoals ammoniak, chloor of zwavelwaterstof.
➤ Stel de machine op buiten het bereik van de warme afvoerlucht van andere machines.
➤ Er moeten altijd geschikte blusmiddelen ter plaatse zijn.
➤ Beveilig de machine tegen wegrollen.
➤ Laat geen extra last op de machine inwerken (zoals verzwaren met baggerschep als beveili‐
ging tegen diefstal).
Inbedrijfstelling, bedrijf en onderhoud
Bij inbedrijfstelling, bedrijf en onderhoud kunt u aan gevaren worden blootgesteld die ontstaan door
bijv. elektriciteit, druk of temperatuur. Achteloos handelen kan leiden tot ongevallen met ernstige
gevolgen voor de gezondheid.
Gebruikshandleiding
Mobiele schroefcompressor
MOBILAIR M50E SIGMA CONTROL SMART
Nr.: M50E_1C_11316055_10–00_00 NL
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
