4.2 Besturingselementen en signaallampjes
De onderstaande tabel geeft een omschrijving van de functie van
de diverse besturingselementen en signaallampjes:
Element
Functie
Beschrijving
De bedrijfsmodus wordt gekozen met
de ON-OFF-AUTO keuzeschakelaar
die op drie posities ingesteld kan wor-
den:
POS I:
Schakelt de pomp handmatig in.
Keuze van de
POS O:
bedrijfsmo-
dus
• Schakelt de pomp handmatig uit
• Reset alarmmeldingen.
POS AUTO:
Automatisch bedrijf. De pomp schakelt
in en uit op basis van het signaal van
de niveausensor.
Aanduiding
Groen signaallampje, geeft aan dat de
van de voe-
voeding ingeschakeld is.
dingstatus
Rode en groene signaallampjes, geven
Aanduiding
pompstatus aan:
van pompsta-
Groen: De pomp draait.
tus
Rood: Pompstoring.
Rood signaallampje, geeft hoog water-
Storing Hoog
niveau aan. De LED brandt als de
niveau
niveausensor een bepaald niveau in de
opvangtank meet.
Rood signaallampje, geeft een onjuiste
Storing
fasenvolgorde weer (bij driefasenpom-
fasenvolg-
pen). Verwissel de fasenvolgorde door
orde
de instructie in afb. 3 op te volgen.
Rood signaallampje, geeft defecte of
Alarm voor
ontbrekende verbinding met de niveau-
sensorstoring
sensor aan.
Rood signaallampje, geeft een alarm
Extern
van een externe niveauschakelaar
niveau-alarm
weer.
Geel signaallampje, geeft aan dat het
tijd is om te servicen. Deze functie kan
Aanduiding
met een DIP-schakelaar worden in- en
servicetijd
uitgeschakeld. De fabrieksinstelling is
één jaar conform EN 12056-4.
Afb. 3 Fasen verwisselen van een driefasenregelaar met
fase-omkeerder
4
4.3 Niveausensor
De piëzoresistieve druksensor in de regelaar is aangesloten via
een slang op een drukleiding in de tank. De drukleiding loopt door
tot in de tank. Het stijgende vloeistofniveau comprimeert de lucht
binnenin de drukleiding en de slang, en de piëzoresistieve sensor
transformeert de veranderende druk in een analoog signaal.
De regelaar gebruikt het analoge signaal om de pomp in en uit te
schakelen en om het alarm 'hoog water' weer te geven. De druk-
leiding is bevestigd onder een dop en kan eruit worden gehaald
voor onderhoud, service en om de binnenkant van de leiding te
reinigen.
Let op: er worden verschillende drukleidingen gebruikt voor Multi-
lift en Unolift. De Multilift heeft een DN 100 leiding met een
schroefdop, terwijl de Unolift wordt geleverd met een DN 50 lei-
ding met een dop die moet worden ingestoken.
Afb. 4 Drukleiding met slang
5. Installatie
Waarschuwing
Voordat u aansluitingen maakt in de LC 220 of
met werkzaamheden aan de pomp of put enz.
begint, dient u er zeker van te zijn dat de voe-
dingsspanning is uitgeschakeld en niet per onge-
luk kan worden ingeschakeld.
Het installeren dient te geschieden door personeel dat daartoe
bevoegd is in overeenstemming met de lokale voorschriften.
5.1 Locatie
Waarschuwing
Installeer de LC 220 regelaar niet in explosiege-
vaarlijke ruimtes.
De LC 220 kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur
van 0 °C tot +40 °C.
Beschermingsklasse: IP56.
Installeer de regelaar zo dicht mogelijk bij de opvoerinstallatie.
Wanneer de LC 220 buiten wordt geplaatst, dan dient deze onder
een afdak of in een behuizing te worden geplaatst. De LC 220
mag niet aan direct zonlicht worden blootgesteld.