Inhoudsopgave
Advertenties
23
1
18
15
3
19
Afbeelding 4 toont de basis motorcomponenten en de
bijbehorende functies. De handleiding van de motor van de
fabrikant verstrekt nadere instructies en gegevens over de
bediening en het onderhoud.
1.
Brandstoffilter
– Verwijdert vuil en water uit de motor-
brandstof.
2.
hendel motor stoppen
snelheid van de motor (hoog stationair en laag stationair)
middels een snelheidsregelaar die gekoppeld is aan de
accelerator.
3.
oliepeilstok
– Verwijder de peilstok om de olie in de
carter te controleren.
4.
Oliefilter
– Spin-on type, oliefilters voor vervuiling.
5.
Olieaftapplug
– Verwijder de aftapplug om de olie uit de
carter af te tappen.
6.
olievulpoort
– Verwijder deze om verse olie in de carter
bij te vullen.
7.
Motorkrukas v-aandrijving
V-riem tussen de V-aandrijving en de dynamo om de
juiste riemspanning te bepalen.
8.
koelventilator
– Aangedreven door de V-riem, koelt
de koelventilator de motor door een mengsel van
water/antivries te koelen dat door het motorblok en de
cilinderkop circuleert.
9.
spanningafstellingv-riem
van de V-riem op de dynamobeugel worden afgesteld.
10.
v-riem (ventilatorriem)
torkrukas tijdens bedrijf, wordt de waterpomp/ventilator
alsook de dynamo aangestuurd.
eHtx44y5 DUBBeLe (RiDe-On) tROFFeLMaCHine • geBRUikeRsHanDLeiDing — Rev. #0 (16/01/13) — pagina 19
22
11
2
4
21
5
6
20
Afbeelding 4.
– Deze hendel beperkt de
– Controleer de ventilator
– Met deze bout kan de spanning
– Aangedreven door de mo-
MOTORCOMpOnenTen
12
9
10
8
7
Basis motorcomponenten
11.
Geluidsdemper
de geluidsdemper.
12.
hijsoog
– Er zijn twee hijsogen aangebracht voor als de
motor moet worden verwijderd/geïnstalleerd.
13.
Dynamo
– Levert stroom aan het elektrisch systeem
en laadt de accu op. Wordt aangestuurd middels een
motorkrukas/V-riemaandrijving.
14.
starter
– Start de motor als de ontstekingssleutel in de
"START"-positie wordt gedraaid.
15.
vliegwiel
het vliegwiel gehaald.
16.
luchtinlaatpoort
de turbocharger.
17.
Turbocharger
cilinder middels een turbine die wordt aangedreven door
uitlaatgas dat de ventilator laat draaien.
18.
Gashendel
19.
Brandstofpomp
pomp.
20.
waterpomp
21.
injectiepomp
de injectoren.
22.
Luchtfilter
naar de turbocharger en motor kan worden geleverd.
23.
Brandstof/waterseparator
klontering uit de brandstof teneinde te voorkomen dat
de motorcomponenten slijten.
16
6
12
17
14
13
– Uitlaatgassen worden omgeleid door
– De hoofdvoeding wordt van het einde van
– Levert lucht van de luchtreiniger aan
– Levert luchtinlaat onder druk aan de
– Regelt het toerental van de motor.
– Levert de brandstof aan de injectie-
– Circuleert koelmiddel door de motor.
– Levert een gelijke brandstofstroom aan
– Zorgt ervoor dat er een schone luchtstroming
– Separeert water, vuil en
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
