AANWIJZING!
Bij een condensaatafvoer via een kanaal moet
conform DIN EN 1717 gegarandeerd zijn, dat
aanwezige belastingen betreffende afvalwater
(bacteriën, schimmels, virussen) niet in het aan-
gesloten apparaat terechtkomen.
8
Elektrische aansluiting
8.1 Algemene instructies
Voor de apparaten moet er een netvoeding worden
aangesloten op de buitenunit en moet er een drie-
aderige stuurleiding worden geïnstalleerd naar de
buitenunit, deze moeten voldoende afgezekerd
zijn.
GEVAAR!
Het elektrische installeren moet gebeuren door
een gespecialiseerd bedrijf. De montage van de
elektrische aansluiting moet spanningsloos
gebeuren.
AANWIJZING!
De elektrische aansluiting van de apparaten
moet worden uitgevoerd volgens de plaatselijke
voorschriften op een bijzonder voedingspunt
met aardlekschakelaar en moet daarom door
een elektricien worden.
n
We adviseren lokaal in de buurt van het appa-
raat een hoofd- / reparatieschakelaar te instal-
leren.
n
De klemmenstroken van de aansluitingen
bevinden zich op de achterzijde van het appa-
raat. Na het installeren kunnen metingen na
het verwijderen van de afdekking, aan de voor-
zijde gebeuren.
n
Wordt bij het apparaat een als accessoire ver-
krijgbare condenspomp gebruikt, is bij het
gebruik van het uitschakelcontact van de pomp
evt. een extra relais voor het verhogen van het
schakelvermogen en het uitschakelen van de
compressor noodzakelijk.
Binnenin de stuurleiding naar de buitenunit
bevinden zich dataleidingen, die zorgen voor de
communicatie tussen binnen- en buitenunit. Via
deze leiding wordt het de capaciteit van de koel-
resp. verwarmingscapaciteit geregeld en storings-
meldingen doorgegeven aan de binnenunit.
Voer de aansluiting op volgende wijze uit:
1.
Open het aanzuigrooster.
2.
Maak de afdekkingen aan de rechterzijde los
(Afb. 30).
3.
Maak de stuurleiding op het klemmenblok los
en verwijder de stuurleiding.
4.
Sluit de in de bouw geplaatste stuurleiding
aan op de klemmen P, Q, E.
5.
Verbind de ter plaatse verlegde stuurleiding
vakkundig met de binnen- en buitenunits.
6.
Steek de stekker van de stuurleiding aan op
de betreffende stekkeraansluiting in de bui-
tenunit.
7.
Het apparaat weer samenbouwen.
3
1
2
Afb. 30: Aansluiten van de binnenunit
1: Afdekking
2: Trekontlasting
3: Klemlijst stuurleiding
4: Stuurleiding van buitenunit
1
4
27