U kunt de volgende labeleigenschappen instellen:
Labelstand
Afmetingen
aansluitklemmenblok
Omtrek label
Scheidingslijnen
Afstemmen leader/
trailer
Een label maken voor een aansluitklemmenblok
Tik op het startscherm op
1
Doorloop de stappen om uw label te configureren.
2
Typ tekst voor elk blok.
3
Maak de tekst desgewenst op.
4
Label voor asset-tracking
U kunt labels voor asset-tracking maken met vooraf ontworpen sjablonen. De
geselecteerde labelcassette bepaalt welke sjablonen in de lijst beschikbaar zijn.
Zie Bestanden overzetten op pagina 49 voor informatie over het overzetten van
de nieuwste sjablonen vanaf uw pc.
U kunt alle tekst-, streepjescode- of afbeeldings- of vormobjecten op het label
bewerken; u kunt echter geen objecten aan de sjablonen toevoegen, of van de
sjablonen verwijderen.
De tekstgrootte en -stijl worden op de huidige geselecteerde tekst toegepast.
Als er geen tekst is geselecteerd, worden de grootte en stijl op alle tekst in het
tekstvak toegepast.
Serialiseren gebruiken om automatisch een serie labels te maken. Zie Een serie
labels maken op pagina 39.
U kunt labels voor asset-tracking printen op elk type doorlopend label of labels op
maat.
™
24
XTL
500
Gebruikershandleiding
Staand (standaard)
Liggend
Als u de labelstand voor het label wijzigt, wordt alle
inhoud op het label verwijderd en wordt er een nieuw,
blanco label gemaakt.
Aantal blokken. Maximum: 99 blokken
Blokhoogte. Minimum: 5/32 in (3,8 mm); Maximum: 20 in
(508 mm)
Ja - Omtrek label weergeven.
Nee - Omtrek label verbergen. (Standaardinstelling)
Ja - Er wordt een scheidingslijn geprint tussen de blokken.
(Standaardinstelling)
Nee - Er wordt geen scheidingslijn geprint tussen de blokken.
Ja - Blanco ruimte is even groot aan het begin en het einde van
het label.
Nee - Er wordt geen ruimte toegevoegd aan het einde van het
label. (Standaardinstelling)
Aansluitklemmenblok.