Maart 2019
Stap 6: Trim de transmitter
Transmitters worden geheel gekalibreerd volgens speciaal verzoek verzonden of
met de fabrieksinstelling over de gehele meetschaal (onderste meetwaarde = nul,
bovenste meetwaarde = bovenste meetgrens).
Nulpuntstrim
Een nulpuntstrim is een afstelling op één punt om effecten met betrekking tot
montagestand en leidingdruk te compenseren. Zorg bij het uitvoeren van een
nulpuntstrim dat de egalisatiekraan openstaat en alle natte poten tot het juiste
niveau zijn gevuld.
Als de nul-offset minder dan 3% van het werkelijke nulpunt afwijkt, volg dan de
instructies in
van een nulpuntstrim.
Als de nul-offset meer dan 3% van het werkelijke nulpunt afwijkt, volg dan de
instructies hieronder,
transmitter, om het bereik anders in te stellen.
Raadpleeg als hardwareafstellingen niet mogelijk zijn de naslaghandleiding
van de 3051S (publicatienummer 00809-0100-4801) om het bereik anders in
te stellen met behulp van de veldcommunicator.
Gebruik van de veldcommunicator
1. Egaliseer of ontlucht de transmitter en sluit de veldcommunicator aan.
2. Voer in het menu de HART-sneltoetsreeks in (raadpleeg
3. Volg de aanwijzingen om een nulpuntstrim uit te voeren.
Gebruik van de knop voor nulpuntsinstelling van de transmitter
Druk de knop voor de nulpuntsinstelling in en houd deze ten minste twee maar
niet langer dan tien seconden ingedrukt.
Afbeelding 15. Knoppen voor transmitterinstelling
PlantWeb
A
A
A. Nul
B. Meetbreedte
Installatie op met veiligheidsinstrumenten
uitgeruste systemen
Zie voor installaties met veiligheidscertificering de 3051S-producthandleiding
((naslaghandleiding publicatienummer 00809-0100-4801)) voor informatie over de
installatieprocedure en systeemvereisten.
Gebruik van de veldcommunicator
Gebruik van de knop voor nulpuntsinstelling van de
B
B
hieronder voor het uitvoeren
Tabel 1
Aansluitkast
A
A
Snelstartgids
of
Tabel
2).
B
B
19