Tracking knop
Controleer de luchtdruk in beide achterbanden als de
maaier niet in een rechte lijn beweegt. De aanbevolen
luchtdruk is 10 psi (0,7 bar) voor de banden voor en
15 psi (1 bar) voor de banden achter. De tracking
moet worden gecontroleerd op een vlak en niet-
hellend betonnen of geasfalteerd oppervlak.
Door te draaien aan de tracking knop is een
fi jnafstelling mogelijk, zodat de machine recht vooruit
gaat wanneer de besturingshendels helemaal naar
voren staan.
Draai de knop met de wijzers van de klok mee (gezien
vanaf de bedieningspositie) om de snelheid van de
linkerhendel te verhogen. Draai hem tegen de wijzers
van de klok in om de snelheid te verlagen.
Zekeringen
De zekeringen bevinden zich aan de linkerkant van
de machine Om ze te bereiken, kantelt u de stoel naar
voren. Het zijn platte steekzekeringen van hetzelfde
type dat ook in auto's wordt gebruikt.
Er zijn twee zekeringen met verschillende capaciteiten
en functies.
1. 20 A, Primaire zekering
2. 7,5 A, koppeling maaidek
Hydro-ontgrendelhendels
De bypasskoppelingen voor de overbrengingsas
moeten zijn ingeschakeld als de maaier wordt
geduwd of gesleept. De ontgrendelhendels
bevinden zich aan beide zijden aan de achterkant
van de eenheid, onder het motorplaatje achter. Zie
Handmatig transport in het deel In werking.
BEDIENINGSELEMENTEN
Tracking knop
Zekeringen
Rechterzijde, hydro-ontgrendelhendel
8061-010
8050-082
80658-146
21
Husqvarna-