2.5 CONVECTIESTROMING
2.5.1 NATUURLIJKE CONVECTIE
Het is verplicht 2 of 4 warmeluchtuitgangen te openen aan de bovenkant van het toestel. 2 is voldoende als u met een ventilator
werkt ( optie ) en 4 openingen indien geen ventilator voorzien wordt . Indien het metselwerk niet toelaat de bovenste convec-
tiegaten te gebruiken, kan men de twee bovenste, zijdelingse openingen gebruiken. In dit geval moet een ventilator geplaatst
worden.
Om natuurlijke convectie toe te laten langs de onderzijde wordt de haard op min. 20 mm van de grond geplaatst (bij plaatsing op
de grond). Voor de ingang van de lucht (ventilatie), moet een doorgang van min. 4 dm² zonder filter in het metselwerk voorzien
zijn, of van min. 6 dm² mét een stoffilter.
(Let op: rekening houden met de coëfficiënt van de doorgang van de roosters).
De ingangen van de verse lucht bevinden zich aan de achterzijde, linker en rechterzijde van het toestel en onder het toestel,
zijnde de opening voorzien voor de ventilator.
2.5.2 CONVECTIE DOOR VENTILATOR (OPTIE)
Het is verplicht om min. 2 warmeluchtuitgangen te openen. Het is noodzakelijk de luchttoevoer en -uitgangen in het metselwerk
correct te scheiden. Sommige isolatiematerialen worden met de tijd aangetast, het is noodzakelijk ze van de ventilatieluchttoe-
voer te scheiden, anders loopt men het risico dat ze opgezogen worden en door het huis gediffuseerd worden. Het is dus ook
meest aan te raden vaste isolatieplaten te gebruiken. (Promatec..). De ventilator kan zowel vanbuiten als langs binnen gemon-
teerd worden, wat ons de mogelijkheid geeft van zelfs later een ventilator te plaatsen.
2.5.3 WARMELUCHTKANALEN
Thermisch geïsoleerde kanalen zijn noodzakelijk voor de optimale werking van het toestel (deze veroorzaken een 'trek' voor
de convectielucht). Het maximum aantal kanalen gebruiken (min.2), verbetert het rendement en het geluid (dat door de ver-
plaatsing voortgebracht wordt). Voor de installatie van deze kanalen, best om eerst min 1 m. verticaal naar boven te gaan om
daarna een richtingsverandering door te voeren, buig vrij breed om en beperk de richtingsveranderingen. Vermijd het gebruik
van uitgangsroosters met een kleine doorlaat, want de veroorzaakte snelheidsverliezen verminderen de doeltreffendheid van de
warmeluchtuitlaten.
Elke opening voor warmeluchtkanalen die gemaakt wordt moet
OPGELET : wanneer de installateur op voorhand de openingen voorziet dan moeten de openingen zeker
afgedekt worden gedurende de werken (slijpen, boren,zagen,.....).
Het stof die vrijgemaakt wordt bij de installatie zal anders in de convectiekamer terechtkomen.
Het stof zal er nooit meer deftig kunnen uitgehaald worden en zal bij het gebruiken van het toestel een
blijvende hinderlijke geur geven.
Nadat de instalatie voltooid is, is het verplicht de convectiekanalen te stofzuigen of uit te blazen met
perslucht (zorg ervoor dat U het het stof niet terug naar de convectiemantel blaast).
Installatievoorschriften - Luna Diamond Hout
aangesloten worden met een flexibel.
Nederlands
6