4
Het kan nodig zijn om achteraf nog water bij te vullen (echter
nooit via het ontluchtingsventiel).
c
b
a
Fig. 4.6: Ontluchter
a
Luchtaflaat
b
Moer
c
Verende kern
De ventilatorconvector installeren
4.6.
De elektrische bedrading aansluiten
Voorzorgsmaatregelen
Hou rekening met de onderstaande voorzorgsmaatregelen bij het
aansluiten van de elektrische bedrading.
Sluit geen draden met een verschillende dikte aan op dezelfde
voedingsterminal. Een losse aansluiting kan oververhitting
veroorzaken.
Sluit geen draden met een verschillende dikte aan op dezelfde
aardingsterminal. Een losse aansluiting kan de bescherming
verzwakken.
Sluit draden met gelijke dikte aan volgens figuur "Bedrading in de
klemmen".
Fig. 4.7: Terminalbedrading
Gebruik de opgegeven elektrische draad (zie
"field wiring"" op pagina
5). Sluit de draad veilig aan op de
terminal. Schroef de draad vast zonder overdreven kracht uit te
oefenen op de terminal. Gebruik het juiste aanspanmoment:
Aanspanmoment (N·m)
Klemmenstrook voor afstandsbediening
Klemmenstrook voor voeding
Tabel 4.1: Aanspanmoment
De bedrading voor de afstandsbediening moet minstens 50 mm
verwijderd zijn van de transmissie- en andere bedrading van de
unit. Niet in acht nemen van deze richtlijn kan een storing
veroorzaken als gevolg van elektrische ruis.
Voor de bedrading van de afstandsbediening, raadpleeg de
installatiehandleiding die is meegeleverd met de
afstandsbediening.
Hou de bedrading netjes op orde zodat de bedrading geen
andere apparatuur in de weg zit of het deksel van de stuurkast
doet openklappen. Zorg dat het deksel stevig sluit. Slechte
aansluitingen kunnen oververhitting veroorzaken en in het ergste
geval, elektrische schok of brand.
Opmerking
Sluit nooit de transmissiebedrading van de unit aan op de
bedrading van de afstandsbediening. Deze aansluiting zou
onherstelbare schade aan het hele systeem kunnen
veroorzaken.
FWC
Ventilatorconvectoren
4PW64525-1B – 2014.03
Bedradingsschema
Raadpleeg de sticker met bedradingsschema op de unit (aan de
binnenkant van het deksel van de stuurkast).
A1P,
A2P
C1
F1U
HAP
KPR
L1
M1F
M1P
M1S
PS
Q1D1
R1T
R2T,
R3T
S1L
"Specificaties voor
X1M,
X2M
Z1F
0,79~0,97
Kabelafstandsbediening
R1T
1,18~1,44
SS1
Draadloze afstandsbediening (Ontvanger/display unit)
A3P,
A4P
BS1
H1P
H2P
H3P
H4P
SS1
SS2
Connector voor optionele onderdelen
X24A
X33A
X35A
De ventilatorconvector installeren
: Terminal
RED : Rood
: Verbindingsklem
BLK
: Field wiring
WHT : Wit
ORG : Oranje BRN : Bruin
GRY : Grijs
Printplaat
Condensator
Zekering
Light emitting diode (service monitor groen)
Magnetisch relais (M1P)
Spoel
Motor (binnenventilator)
Motor (condenswaterpomp)
Motor (luchtgeleider)
Voedingscircuit
Aardlekdetector
Thermistor (lucht)
Thermistor
Vlotterschakelaar
Klemmenbord
Ferrietkern
Thermistor (lucht)
Keuzeschakelaar (hoofd/sub)
Printplaat
Drukknop (AAN/UIT)
Light emitting diode (AAN – rood)
Light emitting diode (timer – groen)
Light emitting diode (filtersignaal – rood)
Light emitting diode (ontdooien – oranje)
Keuzeschakelaar (hoofd/sub)
Keuzeschakelaar (draadloze adresinstelling)
Connector (draadloze afstandsbediening)
Connector (klepregelingsadapter)
Connector (externe adapter)
YLW : Geel
: Zwart
GRN : Groen
BLU
: Blauw
PNK : Roos
Installatiehandleiding
8