Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP L 60 A
2 Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp
2
Gebruiksdoeleinde van de warmtepomp
2.1
Toepassingsgebied
De lucht/water-warmtepomp is uitsluitend ontworpen voor het verwarmen van verwar-
mingswater. De lucht/water-warmtepomp kan in aanwezige of nieuw te plaatsen ver-
warmingsinstallaties gebruikt worden.
De warmtepomp is geschikt voor de monoenergetische en bivalente werking tot een
buitenlucht temperatuur van -20°C.
Bij continu werking moet een teruglooptemperatuur van het warme water van meer dan
18 °C aangehouden worden om probleemloos ontdooien van de verdamper te waar-
borgen.
De warmtepomp is niet ontworpen voor de verhoogde warmtebehoefte tijdens het dro-
gen na de bouw. Daarom moet in de extra warmtebehoefte met speciale apparaten ter
plaatse worden voorzien. Voor het drogen na de bouw in de herfst of in de winter is het
raadzaam een extra verwarmingselement (als accessoire verkrijgbaar) te installeren.
OPGELET!
Het apparaat is niet voor frequentieomzetting geschikt.
2.2
Werkwijze
Omgevingslucht wordt door de ventilator aangezogen en daarbij door de verdamper
(warmtewisselaar) geleid. De verdamper koelt de lucht af, d.w.z. hij onttrekt warmte aan
de lucht. De gewonnen warmte wordt in de verdamper op de werkvloeistof (koelmid-
del) overgedragen.
Met een elektrisch aangedreven compressor wordt de opgenomen warmte door druk-
verhoging naar een hoger temperatuurniveau "gepompt" en via de condensor (warmte-
wisselaar) aan het verwarmingswater afgegeven.
Daarbij wordt de elektrische energie gebruikt om de warmte van de omgeving op een
hoger temperatuurniveau te brengen. Omdat de aan de lucht onttrokken energie aan
het water wordt overgedragen om het te verwarmen, wordt dit apparaat ook lucht/
water-warmtepomp genoemd.
De lucht/water-warmtepomp bestaat uit de hoofdcomponenten verdamper, ventilator
en expansieventiel evenals de geluidsarme compressoren, de condensor en de elektri-
sche besturing.
Bij lage omgevingstemperaturen verbindt zich luchtvochtigheid als rijp met de verdam-
per en belemmert de warmteoverdracht. Indien nodig, wordt de verdamper automa-
tisch door de warmtepomp ontdooid. Afhankelijk van het weer kunnen daarbij stoom-
wolken bij de luchtuitlaat ontstaan.
5
452163.69.10 · 02/2011 · Rei