Pagina 3
Iedereen die bij de installatie of het onderhoud van dit paneel betrokken is, dient over een exemplaar te beschikken. Deze 'Programmeer-handleiding’ is beschikbaar bij uw ARITECH distributiecentrum. Op het einde van deze handleiding vindt u het ‘Overzicht van de programmering’ voor de verschillende centrales.
NHOUD ........................5 ICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE Voor het inschakelen van de spanning ....................6 Opstarten van het paneel ........................7 ..........................8 OE TE PROGRAMMEREN Terug naar fabrieksinstellingen......................8 De programmeerstand verlaten......................9 De kiezer............................9 ........................... 10 ONTAGE GEGEVENS AANSLUITSCHEMA’S CD3401......................
ICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE Dit alarmsysteem is ontworpen, geassembleerd en getest naar de geldende maatstaven aangaande stabiliteit en ongevoeligheid voor elektrische storingen uit zijn omgeving. Als u de nu volgende richtlijnen hanteert, dan zal het systeem gedurende lange tijd betrouwbaar blijven werken. Draag zorg voor een goede aarding van het alarmsysteem.
OOR HET INSCHAKELEN VAN DE SPANNING Het aansluiten van detectoren (of sleutelschakelaars) kan op twee manieren: Conventioneel: Er is een zone nodig voor zowel de sabotage als het alarm. Beide zones dienen te worden afgesloten met een eindelus weerstand (4,7 kOhm). Programmeer het menu ‘Zones’...
PSTARTEN VAN HET PANEEL Stel de dipswitches in van alle remote bediendelen. CD34 RBD 1 RBD 2 RBD 3 RBD 4 Figuur 3. Overzicht van de dipswitches op remotes Sluit de sabotageschakelaars op de remote bediendelen en het controlepaneel. Sluit ook alle zones die een direct alarm kunnen veroorzaken. Doet men dit niet, dan zal het systeem bij het opstarten meteen in alarm staan.
OE TE PROGRAMMEREN Toets voor invoer van een kode altijd een ‘0’ in om fouten te voorkomen ! Onder de toetsen 1 t/m 9 vind u telkens 3 letters uit het alfabet; herhaald drukken toont eerst het cijfer, dan de kleine letters en vervolgens de hoofdletters.
- Voer de installateurskode in. - Druk achtereenvolgens ‘6’, ‘6’ en ‘1’. U bent nu in het menu ‘Overige’, ‘Fabr. Prog. Menu’, ‘Standaardinstellingen’ . Het display knippert met het bericht ‘Bent U Zeker ?’. - Druk op accepteren (‘ ‘). Op het display verschijnt ‘wacht ...’. - Het systeem is nu voorzien van de fabrieksinstellingen.
Openen van het CD3008 / CD3048 bediendeel Figuur 6. Openen van het CD3008 / CD3048 bediendeel CD3009 / CD3049 PENEN VAN HET BEDIENDEEL Figuur 7. Openen van het CD3009 / CD3049 bediendeel Montagehandleiding voor de CD3401 Pagina 11 CD3401 - II /v6i - 1-10-96...
3008 / CD3009 AANSLUITING CD Figuur 8. Aansluiting CD3008 / CD3009 3048 / 3049 ANSLUITING CD Figuur 9. Aansluiting CD3048 / CD3049 DATABUS OMSCHRIJVING + 12 Vdc data UIT data IN Tabel 2. Aansluiting van de databus Pagina 12 Montagehandleiding voor de CD3401 CD3401 - II /v6i - 1-10-96...
E SCHARNIER VAN HET BEDIENDEEL • De achterkant van het CD30xx bediendeel • Wanneer het klepje van het bediendeel niet gebruikt word, verwijder dan de scharnieren van de achterkant en plaats deze in de openingen Montagehandleiding voor de CD3401 Pagina 13 CD3401 - II /v6i - 1-10-96...
ANSLUITEN VAN EEN DETECTOR MET GEHEUGEN Figuur 10. Aansluiting dubbellus van detector met geheugen LET OP: Voor gebruik van de aansturing met de uitgang ‘Looptest’ dient u de draad tussen klem 2 en klem 10 te verwijderen ! AS290/390 ANSLUITEN VAN EEN 01 BinnenSir + flitslamp sturing binnensirene sturing...
GS710/711 S ANSLUITEN VAN EEN CHOK SENSOR Figuur 12. Aansluiting van de GS710/711 met aparte Alarm & Sabotage lus Figuur 13. Aansluiting van de GS710/711 met gezamenlijke Alarm & Sabotage lus Montagehandleiding voor de CD3401 Pagina 15 CD3401 - II /v6i - 1-10-96...
ANSLUITEN VAN EEN SLEUTELSCHAKELAAR Figuur 14. Aansluiten sleutelschakelaar met LED's ANSLUITEN VAN EEN RELAIS OF EEN Figuur 15. Aansluiting van een relais of LED op de uitgang De weerstand R is noodzakelijk om de stroom in te stellen. Deze mag maximaal 40 mA bedragen. De meeste LED’s nemen echter genoegen met een stroom van circa 15 mA.
E INGANGEN Zone Types Zone Opties Standaard Standaard In/Uitloop ObDb 2 t/m 10 Inbraak Tabel 3. Standaardinstelling ingangen De zones 7 t/m 10 zijn uitbreidbaar via een CD3004 of een CD3048,3049 bediendeel. E UITGANGEN Een uitgang is een shakelaar welke naar de 0 volt schakelt! De polariteit duidt aan of het een normaal open (NO) of gesloten (NC) schakelaar betreft !! De polariteitsverandering treedt pas op bij het verlaten van de installateursmode! De uitgangen 1 tot 4 kunnen 100mA leveren, de uitgang binnensirene (5) en buitensirene (6) 1A.