3.
Steek de rand met de gaatjes als eerste in de camera en zorg dat de voorkant van
de geheugenkaart zich tegenover het LCD-display bevindt.
4.
Duw de geheugenkaart voorzichtig helemaal in de camera.
5.
Sluit het deurtje van het geheugenkaartcompartiment.
Controleren of de geheugenkaart correct is geïnstalleerd:
•
Schuif de
aan te zetten.
Als het pictogram van de CompactFlash geheugenkaart op het status LCD-
display knippert, is er een probleem met de geheugenkaart. Zie "Hoofdstuk 9:
Problemen oplossen en assistentie" op pagina 49.
Bepalen of een geheugenkaart vol is
Als op het status LCD-display van de camera wordt aangegeven dat er nul foto's
kunnen worden gemaakt en het pictogram van de CompactFlash geheugenkaart
knippert, is de kaart vol.
Hoeveel foto's er op de geheugenkaart kunnen, wordt bepaald door de ingestelde
fotokwaliteit. Gebruik een lagere fotokwaliteit als u meer foto's op de kaart wilt
opslaan. Zie "De fotokwaliteit veranderen" op pagina 17.
www.hp.com/photosmart
schakelaar omhoog naar het camerapictogram om de camera
keuze
37