4
Algemene aanwijzingen
Diefstalbeveiliging
De antidiefstalcodering van uw navigatiesysteem verhindert het in gebruik nemen
van het systeem na een spanningsonderbreking, bijv. tijdens een reparatie of na
diefstal. Na het losmaken van de massakabel van de accu, na het onderbreken van
de voedingsspanning van het radio-navigatiesysteem en na het doorbranden van
een zekering moet de antidiefstalcode worden ingegeven om het radio-navigatie-
systeem te kunnen inschakelen. De code kan alleen "online" via het ŠKODA-sys-
teem worden afgevraagd om zo een nog effectievere diefstalbeveiliging te garan-
deren. Zo nodig contact opnemen met een geautoriseerde ŠKODA Servicepartner.
Code ingeven
Als na het inschakelen van het radio-navigatiesysteem een toetsenbord verschijnt
met de vraag om de code in te geven, moet het systeem door het ingeven van het
juiste 4-cijferige codenummer worden gedeblokkeerd.
–
Geef de 4-cijferige code in met behulp van de functietoetsen
fer wordt in de ingaveregel overgenomen.
Na het ingeven van het 4-cijferige codenummer wordt het cijferblok grijs (inactief)
en kunnen geen verdere cijfers meer in de ingaveregel worden overgenomen.
–
Als u nummers in de ingaveregel van rechts naar links wilt wissen, druk dan op
de functietoets
.
Wissen
Als de juiste code in de ingaveregel staat, druk dan op de functietoets
–
Onjuiste code
Indien bij het ingeven van de code een onjuiste code wordt bevestigd, kan de pro-
cedure nog tweemaal worden herhaald. Het aantal pogingen wordt op de onder-
ste beeldschermregel weergegeven.
Indien de code een derde maal verkeerd wordt ingegeven, wordt het apparaat ge-
durende ca. een uur geblokkeerd. Pas na een uur met ingeschakeld apparaat en
ingeschakeld contact is het mogelijk de antidiefstalcode weer in te geven.
Indien vervolgens weer driemaal een onjuiste code wordt ingegeven, wordt het
radio-navigatiesysteem weer gedurende een uur geblokkeerd.
Let op
De code is normaliter in het geheugen van het instrumentenpaneel opgeslagen.
Hierdoor vindt een automatische decodering plaats (comfortcodering). Daarom is
het handmatig ingeven van de code normaal gesproken niet nodig.
Speciale functies
Parkeerhulp
Als uw wagen is uitgerust met "parkeerhulp" en deze wordt ingeschakeld, wordt
op het beeldscherm van het radio-navigatiesysteem de afstand tot het obstakel
weergegeven.
Climatronic
Als uw wagen is uitgerust met Climatronic, wordt op het beeldscherm van het ra-
dio-navigatiesysteem informatie van de Climatronic weergegeven.
Personalisering
Uw wagen wordt met maximaal vier sleutels geleverd. De instellingen van het na-
vigatiesysteem worden altijd opgeslagen voor de sleutel die op dat moment wordt
gebruikt. Dit betekent dat er vier verschillende instellingen van het navigatiesys-
teem kunnen worden opgeslagen. De eerste keer dat een sleutel wordt gebruikt,
t/m
. Het cij-
0
9
zijn de fabrieksinstellingen van het navigatiesysteem actief.
.
OK
Ð
Ð