- in-/uitschakelen van de demo-modus. Als de demo-modus inge-
■
Demo-modus
schakeld is, kunt u bij het begin van de routegeleiding aangeven of de route-
geleiding in de normale modus ("werkelijke" routegeleiding) of in de demo-mo-
dus (virtuele routegeleiding) moet plaatsvinden. Bij de routegeleiding in de de-
mo-modus rijdt u de route virtueel. Een virtuele routegeleiding wordt na het
bereiken van het fictieve reisdoel herhaald.
- invoer van een fictieve (verzonnen) startpunt in de de-
■
Startpunt demo-modus
momodus
- wissen van het reisdoelgeheugen of de lijst met de
■
Reisdoelgeheugen wissen
laatste doelen
■
- wissen van alle reisdoelen in het geheugen
Alle
- wissen van alle reisdoelen in de lijst met laatste reisdoelen
■
Ltste. doel.
- weergeven van informatie over de in het navigatiesysteem
■
Database navigatie
of op de geheugenkaart opgeslagen navigatiegegevens resp. navigatiegege-
vens rechtstreeks vanaf de geheugenkaart gebruiken ⇒ p agina 19, Navigatie-
gegevens en geheugenkaart.
Reisdoelen
Reisdoelen ingeven en opslaan
Reisdoelen handmatig ingeven en opslaan
Op de toets
drukken en vervolgens op de functietoets
NAV
Bij het ingeven van het adres eerst het land en dan de plaats of de postcode kie-
zen. Daarna kan eventueel de straat en het huisnummer of een kruising worden
ingegeven. Voor het ingeven van de adresgegevens verschijnen verschillende in-
gaveschermen.
Als er voldoende gegevens voor de routegeleiding zijn ingegeven, verschijnt de
functietoets
. Na kan met de routegeleiding worden begonnen, of er kunnen
Klaar
verdere details over het reisdoel worden ingegeven.
■
- scherm voor het ingeven van de reisdoelnaam wordt geopend
Opslaan
- reisdoelnaam wijzigen
■
Wissen
- reisdoelnaam opslaan
■
OK
- routegeleiding starten
■
Starten
Reisdoelgeheugen
Op de toets
matig opgeslagen reisdoelen wordt weergegeven (door op de functietoets met
het gewenste reisdoel te drukken wordt de routegeleiding gestart).
Door te draaien aan knop
noemen, bewerken of wissen.
■
Details
plaats, enz.). De weergegeven informatie kan worden gewijzigd.
■
Wissen
■
Starten
Laatste reisdoelen opslaan
Op de toets
matisch opgeslagen laatste reisdoelen wordt weergegeven.
Ð
Als op een van de weergegeven reisdoelen wordt gedrukt, schakelt het apparaat
over op de kaartweergave en wordt de routegeleiding automatisch gestart.
■
Details
■
Opslaan
■
■
■
Starten
.
Tussenstop ingeven
Tijdens een routegeleiding kan een extra reisdoel als tussenstop worden ingege-
ven. De ingegeven tussenstop wordt dan aangedaan, voordat de routegeleiding
naar het definitieve reisdoel wordt voortgezet. Het definitieve reisdoel is altijd dat
reisdoel waar als eerste een routegeleiding naartoe werd gestart. Let er bij het in-
geven op of u een tussenstop of het definitieve reisdoel ingeeft.
Tijdens de routegeleiding op de toets
nu van de navigatie gewisseld.
Nieuw adres ingeven of een opgeslagen adres selecteren.
Tussenstop
Nieuw reisd.
reisdoel kiezen
drukken en vervolgens op de functietoets
NAV
kunt u een reisdoel selecteren en vervolgens her-
15
- meer informatie over het reisdoel weergeven (reisdoelnaam, land,
- geselecteerd reisdoel wissen
- routegeleiding starten
drukken en vervolgens op de functietoets
NAV
- verdere details over het reisdoel weergeven
- reisdoelnaam ingeven en opslaan
- reisdoelnaam wissen
Wissen
- reisdoelnaam bevestigen en opslaan
OK
- routegeleiding starten
drukken - er wordt naar het hoofdme-
NAV
- nieuw ingegeven reisdoel als tussenstop kiezen
- lopende routegeleiding beëindigen en nieuw reisdoel als definitief
NAV-functie (navigatie)
21
- de lijst met hand-
- de lijst met auto-