EXTRA VOORZORGSMAATREGELEN EN WAARSCHUWINGEN
WAARSCHUWING: CONTRA-INDICATIES
Voor patiënten met de volgende aandoeningen wordt dit apparaat gecontra-indiceerd:
Patiënten waarbij excessieve oorsmeer wordt waargenomen
Breng de oorplug NIET aan in de gehoorgang als blijkt dat er excessieve oorsmeer aanwezig is. Het inbrengen van de oorplug kan het oorsmeer
tegen het trommelvlies aandrukken, wat het oor kan beschadigen. Bovendien kan het leiden tot onjuiste metingen een onjuiste beoordeling.
Patiënten met een ontsteking van de gehoorgang
Gebruik het apparaat NIET als blijkt dat de huid van de gehoorgang tekens van ontsteking vertoont. De oorplug kan enige druk veroorzaken. Dit kan
licht schaven en pijn veroorzaken.
Patiënten met een blokkade in de gehoorgang als gevolg van lichaamsvreemde deeltjes
Als blijkt dat er lichaamsvreemde deeltjes in de gehoorgang aanwezig zijn of dat deze de toegang tot het trommelvlies blokkeren, breng de oorplug
dan NIET aan in het oor van de patiënt.
Patiënten waarbij tekens van afscheiding in het oor te zien is
Als enige afscheiding wordt waargenomen breng de oorplug dan NIET aan in het oor van de patiënt.
Patiënten met een beschadigde huid
Als bij een patiënt schade aan de huid kan worden waargenomen op de plek waar een elektrode wordt aangebracht (zoals huidirritatie (rode huid),
schrammen, kneuzingen, zweren, snijwonden, wonden, bloeden), voer dan GEEN preparatie van de huid uit en breng geen elektrodes voor ABR-
tests aan. Raadpleeg een huidarts of andere gezondheidsmedewerker.
Patiënten met plotselinge, onwillekeurige hoofdbewegingen
Breng GEEN ER-3A-800 in-ear oortelefoon, gouden oorplug van de elektrode of OAE-sonde aan in het oor van patiënten met plotselinge,
onwillekeurige hoofdbewegingen. Deze bewegingen kunnen zelf-toegebrachte verwondingen aan het middenoor tot gevolg hebben.
Patiënten die niet stil kunnen zitten
Breng GEEN ER-3A-800 in-ear oortelefoon, gouden oorplug van de elektrode of OAE-sonde aan in het oor van een patiënt die zich actief tegen het aanbrengen
verzet of die onvrijwillige hoofdbewegingen maakt. Deze bewegingen kunnen zelf-toegebrachte verwondingen aan het middenoor tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Algemene tests
Tests moeten worden uitgevoerd door een opgeleide gezondheidsmedewerker met een door de plaatselijke toezichthouder verleende erkenning.
Deze apparatuur is niet geschikt voor gebruik nabij een brandbaar anesthesiemengsel met lucht, zuurstof of stikstofoxide.
Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Vivosonic zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om deze
apparatuur te gebruiken, mogelijk doen vervallen.
Ter voorkoming dat een oorplug per ongeluk wordt doorgeslikt of geïnhaleerd, moet u oorplug(gen) buiten het bereik van kinderen
houden. Tijdens het voorbereiden en testen moet er iemand aanwezig zijn bij patiënten.
Beschadiging van het tympanisch membraan en schade aan het binnenoor kan mogelijk infectie en gehoorverlies tot gevolg hebben. Het schoonmaken
van de gehoorgang en het aanbrengen van de oorplug van de elektrode moet worden uitgevoerd door een erkende gezondheidsmedewerker.
Forceer oorpluggen NIET in de gehoorgang van de patiënt. Het uitoefenen van excessieve kracht kan schade aan het tympanisch membraan
veroorzaken, scheuren van het trommelvlies en mogelijke beschadiging van het middenoor, wat tot infectie en gehoorverlies kan leiden.
Wanneer een patiënt gelijktijdig wordt aangesloten op hoge-frequente (HF) chirurgische apparatuur en apparatuur voor opgewekte reacties
(deze apparatuur), kan dit leiden tot brandwonden op de locaties van de huidelektrodes en mogelijke schade aan deze apparatuur.
Als ook maar één toegepast onderdeel (bijvoorbeeld een Amplitrode®
dat een ander toegepast onderdeel contact maakt met andere geleidende delen, waaronder de aarde.
Als er ook maar één toegepast onderdeel (bijvoorbeeld een Amplitrode
een beengeleider draagt, moet u zorgen dat de plug van de beengeleider alleen contact maakt met de bijbehorende connector op de
VivoLink™, niet met andere geleidende delen, waaronder de aarde.
ABR tests
De hoofdband van de beengeleider is een stalen veer die is ontworpen om de beengeleider op zijn plaats te houden, waarbij niet meer
kracht wordt gebruikt dan met de hand kan worden aangedraaid. De hoofdband kan de patiënt verwonden als deze wordt losgelaten
voordat er volledig contact met de huid is. Laat bij het aanbrengen van de beengeleider op het hoofd van de patiënt, de hoofdband pas
los als de beengeleider en de tegenoverliggende gestoffeerde opvulling volledig in contact zijn met de huid.
o
Kans op verstikking.
o
Breng de kabel van de B71W beengeleider niet rond de nek van de patiënt aan.
o
Laat de patiënt niet zonder toezicht tijdens het voorbereiden en uitvoeren van de beengeleidingstest.
ECochG-tests
Het te snel verwijderen van de gouden oorplug van de elektrode uit de gehoorgang kan een negatieve luchtdruk in het afgesloten oor tot
gevolg hebben en leiden tot beschadiging van het trommelvlies.
D-11049-2-nl, Ver 5
®
-elektrodesnoer) met de patiënt is verbonden, moet u voorkomen
®
-elektrodesnoer) met de patiënt is verbonden en de patiënt ook
Pagina 17 van 24