Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! De afstellingen van BRIGHT en CONTRAST
worden apart opgeslagen voor licht omge-
vingslicht (overdag) en donker omgevings-
licht (avond). Er wordt een zon
maan
weergegeven links van respectieve-
lijk BRIGHT en CONTRAST terwijl de omge-
vingslichtsensor waarneemt hoe licht of
donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR en HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1
Druk op MENU op het hoofdtoestel en
houd deze toets ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
# U kunt MENU niet op de afstandsbediening
gebruiken.
2
Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te pas-
sen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE Toon van de kleur afstellen (rood of
groen worden benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! BACK-CAMERA Weergave voor beeldaf-
stelling voor de achteruitrijcamera inscha-
kelen
! SOURCE Terug naar weergave voor beeld-
afstelling voor elke bron
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrij-
camera alleen aanpassen als B-CAMERA is inge-
schakeld. (Raadpleeg Achteruitrijcamera instellen
op bladzijde 99.)
# Bij sommige achteruitrijcameras kan de beel-
dinstelling niet worden gebruikt.
24
Nl
3
Raak c of d aan en pas de geselec-
teerde functie aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
of
veau van de geselecteerde functie hoger of
lager. Waarden van +24 24 worden weerge-
geven terwijl het niveau hoger of lager wordt.
4
Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
De afstelling van DIMMER wordt apart opge-
slagen voor elk omgevingslicht: overdag,
avond en nacht. De helderheid van het LCD-
scherm wordt automatisch optimaal afgesteld
in overeenstemming met het omgevingslicht
op basis van de instellingen.
1
Druk op MENU op het hoofdtoestel en
houd deze toets ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2
Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt
gebruikt als standaard voor de aanpassing van
DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Gele zon
vingslicht aanpassen (overdag)
! Rode zon
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Blauwe maan
omgevingslicht aanpassen (nacht)
3
Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat het geel
naar links of rechts.
Het niveau geeft de helderheid van het scherm
aan. Hoe verder het geel naar rechts schuift,
hoe helderder het scherm wordt.
Helderheid voor helder omge-
Helderheid voor gemiddeld
Helderheid voor donker