Verbinding maken tussen de camera en een
smart-apparaat
Gebruik een accu die voldoende is opgeladen om te voorkomen dat de camera
tijdens de procedure wordt uitgeschakeld.
Plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte in de camera.
1
Camera: Selecteer Menu Netwerk
(A22) M Verbind. met smart app. en
druk op de k-knop.
Het dialoogvenster van stap 2 wordt weergegeven
wanneer u de camera voor de eerste keer
inschakelt. In dergelijke gevallen is deze stap
onnodig.
2
Camera: Druk op de k-knop als het
dialoogvenster aan de rechterkant
wordt weergegeven.
Een dialoogvenster wordt weergegeven met de
vraag of u NFC wilt gebruiken. Als u NFC gebruikt,
houdt u de NFC-antenne van het smart-apparaat
tegen Y (N-Mark) op de camera. Wanneer
Koppelen starten? wordt weergegeven op het
smart-apparaat, tikt u op OK en gaat u naar stap 6.
Als u de NFC-functie niet gebruikt, drukt u op de
k-knop.
3
Camera: Controleer of het rechts
getoonde dialoogvenster wordt
weergegeven.
Bereid het smart-apparaat voor en ga naar de
volgende stap.
Aansluiten op een smart-apparaat (SnapBridge)
Vliegtuigmodus
Verbind. met smart app.
Automat. verzendopties
Wi-Fi
Bluetooth
Standaardw. herstellen
Met SnapBridge kunt u foto's naar uw
smartapparaart verzenden en delen.
Druk op 'MENU' als u dit scherm wilt
overslaan en SnapBridge later wilt
instellen via het menu Netwerk.
Later
Apparaten met NFC ingeschakeld:
raak het apparaat aan met de camera.
Apparaten met NFC uitgeschakeld:
druk op 'OK'.
Annuleren
App
SnapBridge
Camera
Ga op uw smartapparaat naar de
appstore en zoek naar SnapBridge.
Open de SnapBridge-app nadat u
deze hebt geïnstalleerd.
Annuleren
Instell.
Volg.
15