Opmerking 37
Voor SAB 193 H, 233 H, 283 H, 355 H and SAB273 S wordt het Afvoertempe-
ratuurverschil als volgt berekend:
Afvoertemperatuurverschil = Afvoertemperatuur - Olietemperatuur.
Alarmmonitoring is alleen actief wanneer de compressor op volle capaciteit
werkt. Dit wordt gedefinieerd als capaciteit >/= 98%.
De standaard-, min.- en max.-grenzen voor het alarm zijn afhankelijk van
het wel of niet ingeschakeld zijn van de Olieflowregeling-functie.
Bij start van de compressor wordt alarmmonitoring uitgesteld overeenkom-
stig de instelling in de Afvoerversch. start-timer. Wanneer de Afvoerversch.
start-timer afloopt wordt het alarm tijdens het bedrijf verder uitgesteld over-
eenkomstig de instelling in de Afvoerversch. vertraging-timer.
De Afvoertemperatuurverschil-functie is optioneel en moet worden ingescha-
keld onder Configuratie - Parameter Olieflowregeling (Ja/Nee).
Opmerking 38 De Zuigdrukgradiënt wordt als volgt berekend:
Zuigdrukgradiënt = dP
De Zuigdrukgradiënt-functie is optioneel en moet worden ingeschakeld onder
Configuratie - Parameter Zuigdruk.grad. (Ja/Nee).
Let op: Voor de schroeftypes SAB 193 H, 233 H, 283 H, 355 H, SAB 157 HR and
SAB 273 S en zuigertypes HPC, HPO, HPX met koelmiddel R717 staat de Zuig-
druk.grad.-parameter standaard ingeschakeld.
Opmerking 39 Voor SAB 193 H, 233 H, 283 H, 355 H en SAB 273 S schroefcompressoren wordt
de interne druk in het compressorblok als volgt berekend:
Interne druk = P
Hierbij is de parameter Vi
pressor, afhankelijk van het wel of niet ingeschakeld zijn van de economizer.
Wanneer de interne druk hoger is dan de bovengrens alarm wordt de capaciteit
begrensd en een Hoge interne druk-alarm afgegeven.
Wanneer de interne druk hoger is dan de bovengrens shutdown wordt bij een
capaciteit van meer dan 70% een Hoge interne druk-shutdownalarm
afgegeven.
/ dt
zuiging
* Vi
K
zuig.,abs
K
een functie van het actuele volumeratio van de com-
42/55
Operating UniSAB III control
Bedieningshandleiding - UniSAB III 1.10.8
005650 nl 2021.06