Operating UniSAB III control
Opmerking 30
Monitoring van alarm is alleen actief als de oliepomp is geconfigureerd en in
bedrijf is.
Alarm is vertraagd met 600 seconden (vertraging kan worden aangepast).
Opmerking 31
Monitoring van shutdown is alleen actief als de oliepomp is geconfigureerd en
in bedrijf is.
Alarm is vertraagd met 900 seconden (vertraging kan worden aangepast).
Opmerking 32
Voor de SMC, TSMC, HPC and HPX wordt de monitoring van shutdown ver-
traagd met 10 seconden na het starten van de compressor.
Opmerking 33
Voor SMC, TSMC, CMO en TCMO, wanneer geconfigureerd voor hogedruk-
transmitterreeks 25/59/25/25 of 25/59/59/59, wordt de max. instelling voor
bovengrens van zuigdruk verhoogd naar 18,0 bar.
Voor lagedrukschroefcompressoren, wanneer geconfigureerd voor hogedruk-
transmitterreeks 25/59/25/25 of 25/59/59/59, wordt de max. instelling voor
bovengrens van zuigdruk verhoogd naar 18,0 bar.
Opmerking 34
Voor HPC, HPO en HPX wanneer toegepast als een warmtepomp, moet u de
onderwaarde voor alarm van uitstroomtemperatuur en supervisie over on-
derwaarde voor shutdown kunnen inschakelen om te zorgen voor voldoende
hoge uitstroomtemperatuur.
Opmerking 35
Voor HPC-compressors die zijn goedgekeurd voor 50 bar ontwerpdruk (Mk 4
LL of nieuwer), zijn de max. instellingen voor bovengrens van uitstroomdruk
en bovengrens van shutdown verhoogd naar 44,0/45,0 bar.
Voor HPC-compressors die zijn goedgekeurd voor 40 bar ontwerpdruk (Mk 4
of ouder), zijn de max. instellingen voor bovengrens van uitstroomdruk en
bovengrens van shutdown verhoogd naar 40,0/40,0 bar.
Voor HPC/HPO-compressoren is de huidige max. instelling voor bovengrens
alarm 44,0 bar en de huidige max. instelling voor bovengrens shutdown 45,0
bar.
Bij gebruik van R600 als koelmiddel worden deze grenzen verlaagd naar: bo-
vengrens alarm 35,5 bar en bovengrens shutdown 36,0 bar.
Opmerking 36
Voor SAB 193 H, 233 H, 283 H, 355 H and SAB 273 S wordt de oliebalansre-
ductiedruk als volgt berekend:
Oliebalansreductiedruk = Afblaasdruk (abs) - Oliedruk 2 (abs).
De oliedruk 2 wordt gemeten bij de compressorbalanszuigerpoort (SB-2).
De Oliebalansreductiedruk-functie is optioneel en moet worden ingeschakeld
onder Configuratie - Parameter Balansdrukvermindering (Ja/Nee).
Bedieningshandleiding - UniSAB III 1.10.8
005650 nl 2021.06
41/55