Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Johnson Controls UniSAB III Bedieningshandleiding pagina 39

Inhoudsopgave

Advertenties

Operating UniSAB III control
Opmerking 9a
Monitoring van shutdown vertraagd met 45 seconden na het starten van de
compressor.
Opmerking 9b
Monitoring van shutdown vertraagd met 45 seconden na het starten van de
compressor.
Opmerking 9c
Monitoring van shutdown vertraagd met 15 sec. (de timerinstelling Start on-
belast
) na start compressor.
Opmerking 10
Een instelling van 0,0 schakelt monitoring van alarm/shutdown uit.
Opmerking 11a 300 sec. vertraging, ongeacht of grenswaarden zijn overschreden.
Opmerking 11b 600 sec. vertraging, ongeacht of grenswaarden zijn overschreden.
Opmerking 12
De compressorcapaciteit moet boven 5% zijn.
Bij een capaciteit onder 5% wordt monitoring van alarm/shutdown
uitgeschakeld.
Opmerking 13
Monitoring van shutdown vertraagd met 15 seconden na het starten van de
compressor.
Opmerking 14
60 sec. vertraging, ongeacht of grenswaarden zijn overschreden.
Opmerking 15
Alleen HPC-, HPO en HPX-compressoren.
Opmerking 16
Monitoring van shutdown vertraagd met 20 seconden na het starten van de
compressor.
Opmerking 17
Bereken voor VMY Mk 2-2.5 het volgende: (zie Fig. 6) Oliedruk = Oliedruk 3
(na oliefilter) - Afvoerdruk 2. Bereken voor alle andere compressortypen (be-
halve voor SAB 80, zie Opmerking 20) het volgende: Oliedruk = oliedruk 3
(na oliefilter) – aanzuigdruk 1.
Opmerking 18
De grenswaarden zijn niet actief tot Ext. inp. s.is gekozen in het menu Setup
/Configuratie/Externe input.
Voor de SAB 80 wordt de verschildruk over het oliefilter als volgt berekend
Opmerking 19
(zie Fig. 6): Verschildruk oliefilter = Afvoerdruk 2 - Oliedruk 4 (na oliefilter).
De vermelde oliefilterdruk is dus 0,1 tot 0,7 bar hoger dan het werkelijke
drukverlies over het filter vanwege het drukverlies over de olieafscheider en
de oliekoeler.
De max. toegestane drukval over het oliefilter is 1,2 bar. De alarmgrens moet
dus worden ingesteld op een waarde tussen 0,8 en 1,4 bar of lager. De shut-
downgrens moet worden ingesteld op een waarde tussen 1,1 en 1,7 bar of
lager.
Opmerking 20
De instelpunten 1 en 2 worden gebruikt voor de monitoring van de shutdown
van de mechanische oliepomp, zie de constructiehandleiding. Voor SAB 80,
S50, S70 en S93 wordt de oliedruk als volgt berekend (zie Fig. 6): Oliedruk =
Oliedruk 3 (na pomp) - Aanzuigdruk 1.
Voor SAB 80, S50, S70 en S93 wordt de verschildruk over de oliepomp als
volgt berekend: (zie Fig. 6) Oliepompdruk = Oliedruk 3 (na pomp) – Oliedruk
4 (vóór pomp).
Bedieningshandleiding - UniSAB III 1.10.8
005650 nl 2021.06
39/55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Johnson Controls UniSAB III

Inhoudsopgave