5.2 Besturingsopties instellen
Klik, om deze instellingen te wijzigen, op de instellingenknop en het optiescherm voor de
spuitboomhoogtebesturing wordt weergegeven, zoals getoond in Figuur 3.
Figuur 3: Instellingen hoogtebesturing
Gevoeligheid:
De gevoeligheid kan van 1 tot 10 worden ingesteld, waarbij 5 de standaardinstelling is. Een lager
getal vermindert de gevoeligheid van het systeem. Hogere instellingen versnellen de reactie en
stellen hogere eisen aan de hydraulica.
Modus:
Het wijzigen van de aardemodus of gewasmodus stelt in of de spuithoogte boven de aarde of
boven het bladerdek van het gewas van start gaat. Met de aardemodus kunnen de sensoren de
hoogte vanaf de spuitdoppen tot aan de grond lezen. Daarentegen kan de gewasmodus de
hoogte vanaf de spuitdoppen tot het bladerdek van het gewas lezen. Hybride modus is een
verbeterde Gewasmodus en wordt aanbevolen in plaats van Gewasmodus.
Doelhoogte:
De doelhoogte is de hoogte waarop de spuitboom tijdens het spuiten moet zijn ingesteld.
Wanneer de bediening wordt uitgevoerd in aardemodus, wordt de doelhoogte vanaf de
spuitdoppen tot aan de aarde gemeten.
In gewasmodus wordt de doelhoogte vanaf het
bladerdek van het gewas tot aan de spuitdoppen gemeten. In Hybride modus is de doelhoogte
een combinatie van metingen om te zorgen voor een stabielere schatting van de afstand van de
gewasoverhuiving tot de spuitsproeiers.
Reactie (snelheid) heffen:
De ingestelde reactietijd van de hefinrichting bepaalt de reactietijd van de hefinrichting op de
sensormetingen. U kunt de reactietijd van de hefinrichting instellen van 0 tot 5. Stand 1 is
langzaam en stand 5 geeft de kortste reactietijd. Bij een reactietijd van 0 wordt de regeling van
de hefinrichting uitgeschakeld. Een langere reactietijd van de hefinrichting kan voordelig zijn bij
9