5
Bediening
5.1 Hoofdscherm
De meerderheid van de functionele instellingen en besturingen zijn toegankelijk via het NORAC
UC5 hoofdscherm. Er wordt een afbeelding van de spuitboom met de hoogte van iedere
spuitboomsectie weergegeven.
Om tussen automatische en handmatige modus te schakelen, moet u op de overeenkomstige
knop drukken. Als het UC5™-systeem in de Automatische modus is, zijn de "AUTO"-knop en
de lijn onder het armgedeelte rechtsboven groen. Het systeem is in de Handmatige modus als
de "HANDMATIG"-knop groen is en de lijn onder het armgedeelte rechtsboven zwart en
gestippeld.
Wanneer de spuitboom zich boven de normale werkhoogte bevindt, zal een
waarschuwingsbericht verschijnen dat toestemming vereist om de Automatische modus toe te
staan.
Als het UC5 hoogtebesturingssysteem in automatische modus staat, verschijnen er pijlen op het
bovenstaande scherm of onder de spuitboomsecties. Deze pijlen duiden aan dat het UC5
systeem een correctie in de weergegeven richting aan een deel van de spuitboom uitvoert. Vaak
is de correctie erg klein en is er geen zichtbare verandering van de spuitboompositie.
Spuitboomhoogte
& Spuitboomstatus
In de handmatige modus is de weergegeven hoogte onder ieder armgedeelte gemeten van de
spuitsproeiers tot de bodem (Bodemmodus) of gewasoverhuiving (Gewasmodus of Hybride
modus). Indien er zich vijf hoogtesensoren op de veldspuit bevinden, is de weergegeven hoogte
het gemiddelde van iedere boomsectie. De weergegeven hoogte in het gewas onderaan het
scherm is de gemiddelde gewashoogte voor alle sensors op de arm. Het gewas onderaan het
scherm geeft de actuele modus van de bedieningseenheid aan. Als de groene lijn zich boven het
gewas bevindt, is het systeem in Gewasmodus of Hybride modus. Als de groene lijn zich onder
het gewas bevindt, is het systeem in de Bodemmodus.
Auto
Knop
Handmatige
Knop
Figuur 2: NORAC UC5 hoofdscherm
Instellingenknop
8