Inhoudsopgave
Advertenties
Inloopperiode
Motorolie en filter
Ververs de motorolie en vervang het motoroliefilter na
de eerste 50 h bedrijfsuren. Ververs de motorolie en
vervang het motoroliefilter vervolgens iedere 250 h.
LET OP: Als de motor wordt gebruikt met hoogzwavelige
brandstof [ 0.05% ( 500 ppm) ≤ Zwavelgehalte ≤ 0.5% (
5000 ppm)], moet men de motorolie met kortere tussen-
pozen vervangen (ongeveer de helft korter).
LET OP: als de motor wordt gebruikt met hoogzwavelige
brandstof [ 0.5% ( 5000 ppm) ≤ Zwavelgehalte ≤ 1% (
10000 ppm)], moet men de motorolie met kortere tussen-
pozen vervangen (ongeveer de helft korter).
Verricht de handelingen beschreven op pagina 6-32
voor het verversen van de motorolie en het vervangen
van het motoroliefilter.
Brandstoffilter
Vervang het brandstoffilter na de eerste 50 h bedrijfsu-
ren.
Vervang het brandstoffilter vervolgens iedere
400 h.
Verricht de handelingen beschreven op pagina 6-41 om
het brandstoffilter te vervangen.
Reductietandwielen voor rijaandrijving
Ververs de olie van de rijreductietandwielen na de eer-
ste 500 h bedrijfsuren. Ververs de olie van de rijreduc-
tietandwielen vervolgens iedere 1000 h.
Verricht de handelingen beschreven op pagina 6-49 om
de olie van de rijreductietandwielen te verversen.
Zwenklager
Smeer het zwenklager na de eerste 50 h en vervolgens
iedere 250 h.
Raadpleeg pagina 6-37 voor de smering van het zwen-
klager.
Smeerpunten (Bak) (Bak)
Smeer de verbindingsstang van de bak iedere 10 h bin-
nen de eerste 50 h. Smeer de verbindingsstang van de
bak vervolgens iedere 50 h.
Raadpleeg pagina 6-24 voor het vervangen van de ver-
bindingsstang van de bak.
6 - ONDERHOUD
6-18
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
