Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Diagnostisch Systeem; Diagnose Van Het Onderhoudsindicatielampje; De Diagnostische Modus Inschakelen; De Foutcode Bepalen - Toro Greensmaster 3320 TriFlex Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3320 TriFlex:
Inhoudsopgave

Advertenties

6. Draai de toerentalregeling van de messenkooien naar
instelling 1 (Figuur 54).
Figuur 54
1. Toerenregelaar van messenkooien
7. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en duw de
maai-/hefhendel naar voren om te beginnen met
wetten.
8. Breng de wetpasta aan met de borstel met de lange
steel. Gebruik nooit een borstel met een korte steel.
9. Als de messenkooien blijven vastzitten of instabiel
worden tijdens het wetten, moet u het toerental
van de messenkooien verhogen totdat de snelheid
stabiliseert. Zet daarna het toerental weer op stand 1
of de gewenste snelheid.
10. Als u de maaidekken tijdens het wetten wilt
afstellen, schakelt u de messenkooien uit door de
maai-/hefhendel naar achteren te bewegen en de
motor af te zetten. Na de afstelling herhaalt u
stappen4 tot en met 8.
11. Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die u
wilt wetten.
12. Als u klaar bent met wetten, moet u de wetschakelaar
in de vooruitstand (F) zetten, de afdekking
terugplaatsen en alle wetpasta van de maaidekken
wassen. Stel indien nodig het contact tussen
de messenkooi en de snijplaat af. Zet de
toerentalregeling van de messenkooien in de
gewenste maaistand.
Belangrijk: Als de wetschakelaar na het wetten
niet in de vooruitstand (F) wordt gezet, zullen
de maaidekken niet omhoog komen of naar
behoren werken.

Diagnostisch systeem

Diagnose van het
onderhoudsindicatielampje
Het onderhoudsindicatielampje brandt als er een storing
optreedt in de machine. Als dit lampje brandt, kunt
u de computercodes bekijken om te achterhalen wat
het probleem is. Schakel hiervoor de diagnostische
modus in. In de diagnostische modus knippert het
onderhoudsindicatielampje een aantal keer om de
foutcode aan te geven waarmee u kunt nagaan wat het
probleem is.
Opmerking: In de diagnostische modus kan de motor
niet worden gestart.

De diagnostische modus inschakelen

1. Zet de machine stil, stel de parkeerrem in werking en
draai het sleuteltje naar de stand Uit.
2. Zet de schakelhendel in de transportstand.
3. Controleer of de wetschakelaar in de vooruitstand
(F) staat.
4. Verlaat de stoel.
5. Houd de maai-/hefhendel in de stand Omhoog.
6. Draai het contactsleuteltje naar de stand Lopen.
7. Tel de codes zodra het lampje begint te knipperen
(zodra dit gebeurt kunt u de maai-/hefhendel
loslaten).
Om de diagnostische modus af te sluiten, draait u het
sleuteltje naar de stand Uit.

De foutcode bepalen

Het systeem geeft de laatste 3 storingen weer die in de
afgelopen 4 uur zijn opgetreden. De storingen worden
weergegeven met behulp van een reeks knipperende
lichtjes, als volgt:
• Als er geen storingen zijn, knippert het lampje
gelijkmatig met een gemiddelde snelheid, zonder
pauzes (1 Hz).
• Als er een storing is, knippert het lampje eerst het
eerste getal (het tiental), dan volgt een pauze en
vervolgens het tweede getal (de eenheden). In de
volgende voorbeelden stelt het symbool # een
knippering van het lampje voor. Voorbeelden:
– Als de code 15 is, is het knipperpatroon als volgt:
#_#####
– Als de code 42 is, is het knipperpatroon als volgt:
####_##
46

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04530

Inhoudsopgave