De buitenunit installeren
4-1 Opgelet met deze leidingen
1) Zorg ervoor dat er geen stof en vochtigheid in de buis via het open
uiteinde kunnen binnendringen.
2) Alle bochten in de leidingen dienen zo soepel mogelijk gemaakt te
worden. Gebruik een buisbuiger om bochten te maken.
4-2 De materialen in koper en de warmte-isolatiematerialen
kiezen
Controleer het volgende bij het gebruiken van in de handel verkrijgbare
koperen buizen en koppelstukken:
1) Isolatiemateriaal: Polyethyleenschuim
Warmteoverdrachtssnelheid: 0,041 tot 0,052 W/mK (0,035 tot 0,045 kcal/mh°C)
De buitenwand van de koelmiddelgasbuizen kan een temperatuur van max. 110°C bereiken.
Kies daarom warmte-isolatiematerialen die bestand zijn tegen deze temperatuur.
2) Zorg ervoor dat zowel de gasleiding als de vloeistofleiding geïsoleerd worden en
dat aan de volgende afmetingen voor de isolatie voldaan wordt.
Gaszijde
Buitendiam.
9,5 mm
Minimumbuigstraal
30 mm of meer
Dikte 0,8 mm (C1220T-O)
3) Gebruik afzonderlijke warmte-isolatie voor de koelvloeistof- en koelgasleidingen.
5.
Ontluchten met een vacuümpomp en controleren op gaslekken
WAARSCHUWING
• Vermeng geen andere substantie dan het voorgeschreven koelmiddel (R32) in de koelcyclus.
• Wanneer er koelgas lekt, verlucht de kamer zo snel mogelijk en zoveel mogelijk.
• R32, alsook andere koelmiddelen, dient altijd opgevangen te worden en nooit rechtstreeks in het milieu vrijgegeven te worden.
• Gebruik enkel en alleen een vacuümpomp voor R32 of R410A. Wanneer de zelfde vacuümpomp voor verschillende
koelmiddelen gebruikt wordt, kan de vacuümpomp of de unit beschadigd worden.
• Gebruik gereedschappen voor R32 of R410A (zoals de adapter voor het meetverdeelstuk, de vulslang of de vacuümpomp).
• Wanneer alle buizen zijn aangesloten, moet worden ontlucht en gecontroleerd of
er geen gaslekken zijn.
• Indien extra koelmiddel gebruikt wordt, ontlucht dan de koelmiddelleidingen en
de binnenunit met een vacuümpomp en vul daarna met extra koelmiddel bij.
• Gebruik een inbussleutel (4 mm) om de stang van de afsluiter te bedienen.
• Alle koppelstukken van de koelmiddelleidingen dienen met een momentsleutel
op het vermelde aanspankoppel aangespannen te worden.
1) Sluit het uitspringend gedeelte van de vulslang (komende van het meetverdeelstuk) aan op de onderhoudspoort van de
gasafsluiter.
2) Open volledig de lagedrukkraan (Lo) op het meetverdeelstuk en sluit helemaal de hogedrukkraan (Hi).
(Er moet verder niets met de hogedrukkraan worden gedaan.)
3) Laat de vacuümpomp werken en zorg ervoor dat de manometer –0,1 MPa (–76 cmHg) aangeeft.*1
4) Sluit de lagedrukkraan (Lo) van het meetverdeelstuk en stop de vacuümpomp.
(Houd dit een paar minuten zo en controleer of de wijzer van de manometer niet zakt).*2
5) Verwijder de doppen van de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter.
Nederlands
Warmte-isolatie
Vloeistofzijde
gasbuis
Buitendiam.
Binnendiam.
6,4 mm
12-15 mm
Regen
Warmte-isolatie
vloeistofbuis
Binnendiam.
8-10 mm
Dikte 10 mm min.
Vergeet niet
een dop te
plaatsen.
Indien geen dop voor
deze verbrede buis
voorhanden is, dek
dan de verbrede
opening af met tape
opdat er geen vuil of
water in zou kunnen
komen.
Bedrading tussen de units
Gasleiding
Isolatie
gasleiding
Afwerkkleefband
Samengestelde
Mano-
manometer
meter
Meet-
verdeelstuk
Afsluiter-
doppen
Hoge-
Lagedruk-
druk-
klep
klep
Vul-
slangen
Vacuümpomp Onderhoudspoort
Gasafsluiter
Muur
Vloeistofleiding
Isolatie
vloeistofleiding
Afvoerslang
Vloeistof-
afsluiter
7