Regelaars
0
–4
–8
–12
–16
–20
30 50
100 200 400
1k [Hz]
200Hz
150Hz
100Hz
70Hz
LPF OPERATION
40Hz
POWER IN
FUSE (25A 3)
FUSE (25A 3)
POWER IN
OPMERKING
Het bedieningspaneel bevindt zich onder het afdekpaneel. Verwijder de
afdekking om toegang te krijgen tot de bedieningselementen. (Zie p. 11)
1 Zekering (25 A × 3)
2 Spanningsaansluiting (BATT)
3 Aarde-aansluiting (GND)
4 Aansluiting voor stroomregeling (P.CON)
Hiermee wordt de eenheid aan- en uitgezet (ON/OFF).
OPMERKING
Hiermee wordt de stroomvoorziening naar de eenheid geregeld. Let erop dat
deze op alle systemen wordt aangesloten.
5 SPEAKER OUTPUT-aansluitingen
Met dit toestel kunt u luidsprekers met een minimale impedantie van 1 Ohm
gebruiken. Sluit luidsprekers met een impedantie van 1 Ohm of hoger op
deze aansluitingen aan.
2LET OP
Het nominale ingangsvermogen van de luidsprekers mag niet lager zijn dan
het maximale uitgangsvermogen van de versterker. Het systeem zal niet juist
functioneren indien dit niet het geval is.
6 REMOTE-aansluiting
Hierop wordt de afstandsbedieningskabel aangesloten.
OPMERKING
Gebruik de afstandsbedieningskabel van het accessoire.
7 LINE OUT FILTER-schakelaar
De audiosignaaluitgang overschakelen naar de "LINE OUT"-aansluiting.
ON-stand:
Het audiosignaal dat afgesteld is door het instellen van "LPF", "INPUT
SENSITIVITY"-regeling en basversterking, wordt naar de "LINE OUT"-
aansluiting gestuurd.
OFF-stand:
Het binnenkomende audiosignaal van de "LINE IN"-aansluiting wordt naar de
"LINE OUT"-aansluiting gestuurd (via uitgang).
2LET OP
Het volume van het audio-uitgangssignaal naar de "LINE OUT"-aansluiting
verschilt in de stand "ON" en "OFF". Vergeet dit niet wanneer u de "LINE OUT
FILTER"-schakelaar omzet van "ON" naar "OFF".
8 RESET-toets
Stelt de microprocessor van het toestel terug.
9 LINE IN-aansluiting
0 LINE OUT-aansluiting
Het audiosignaal dat met de "LINE OUT FILTER"-schakelaar wordt ingesteld,
wordt uitgevoerd.
! POWER-indicator
Licht op wanneer de POWER-schakelaar wordt ingeschakeld.
Het indicatielampje knippert gedurende enkele seconden wanneer de
POWER-schakelaar wordt ingeschakeld of wanneer de beveiligingsfunctie
wordt geactiveerd.
14
Nederlands
INFORMATION DISPLAY
VOLTAGE
CURRENT
DEMO
TEMPERATURE
SPEAKER OUTPUT
SPEAKER OUTPUT
30
50
2
3
4
15
60
40
200
(MIN)5
MENU
ISF
B.R.F
INPUT
FREQUENCY(Hz)
FREQUENCY(Hz)
SENSITIVITY(V)
ENTER
PHASE
ISF
BRF
LPF
180
ON
-12dB
ON
100
70
-6dB
40
0
OFF
OFF
OFF
LPF
FREQUENCY(Hz)
REMOTE
LINE OUT FILTER
LINE IN
LINE OUT
OFF
ON
LINE OUT FILTER
OFF
ON
REMOTE
RESET
LINE IN
LINE OUT
@ Regelknop
Voor het instellen en wijzigen van items in het menusysteem.
# PHASE-schakelaar
Wanneer deze schakelaar op "180°" wordt gezet (omgekeerd), wordt de
uitgangsfase van de luidspreker omgekeerd.
$ ISF-schakelaar (infrasoon filter)
Als deze schakelaar op "ON" wordt gezet, worden de niet-hoorbare, ultralage
frequenties onder de frequentie die is ingesteld met de "ISF FREQUENCY"-
regelaar afgekapt. De weergave via de luidsprekers wordt hierdoor verbeterd
omdat onnodige trillingen die geen deel van het geluid uitmaken niet
worden weergegeven.
% ISF FREQUENCY-regelaar
Voor het instellen van de drempelfrequentie wanneer de "ISF"-schakelaar op
"ON" staat.
^ BRF-schakelaar (bandonderdrukkingsfilter)
Als deze schakelaar op "-6dB"/"-12dB" staat, worden de frequenties van de
band die met de "B.R.F. FREQUENCY"-regelaar zijn ingesteld verworpen en
genegeerd. Het negeren van deze frequenties vermindert de resonantie in de
auto en de staande golven voor een verbeterde weergave. (Zie blz. 15)
& BRF-regelaar (bandonderdrukkingsfilter)
Voor het instellen van de onderdrukkingsfrequentie wanneer de "BRF"-
schakelaar op "-6dB"/"-12dB" staat. (Zie blz. 15)
* LPF-schakelaar (laagdoorlaatfilter)
Met deze schakelaar kunt u een laagdoorlaatfilter voor de
luidsprekeruitgangen instellen.
• OFF-stand:
De gehele band wordt zonder filter uitgestuurd.
• ON-stand:
De filter stuurt lagere frequenties uit dan de frequentie die met de "LPF
FREQUENCY"-regelaar is ingesteld.
( INPUT SENSITIVITY-regelaar
Stel deze regelaar in overeenkomstig het voorversterkingsniveau van het
centrale apparaat dat met deze versterker is verbonden.
OPMERKING
Zie de <Technische gegevens> in de gebruiksaanwijzing van het betreffende
apparaat aangaande het voorversterkingsniveau.
) LPF (Laagdoorlaatfilter) FREQUENCY-regelaar
Voor het instellen van de drempelfrequentie wanneer de "LPF"-schakelaar op
"ON" staat.
* BOOST LEVEL-regelaar (basversterkingsniveau)
Hiermee stelt u het niveau in waarmee het lagefrequentiebereik moet
worden versterkt.
( POWER-indicator
) FREQUENCY-regelaar (basversterkingsfrequentie)
Hiermee stelt u de middenfrequentie in waaronder het lagefrequentiebereik
moet worden versterkt.
1
0.5
0.2(MAX)
150
Afstandsbediening
200