KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN KOPIEËN.
HET FORMAAT VAN HET ORIGINEEL OPGEVEN
Als u een ander formaat van het origineel dan het weergegeven formaat wilt specificeren, selecteer dan "Orig. Afm." in
het rechtermenu.
• Stel de afdrukstand en het formaat van het origineel in, voordat het origineel wordt gescand.
• Als u een ander formaat van het origineel dan het weergegeven formaat wilt specificeren, selecteer dan "Orig. Afm." in het
rechtermenu.
• Wanneer "Niet Gespecificeerd" is geselecteerd in "Orig. form. inv." in de systeeminstellingen, wordt het origineel gescand
volgens het papierformaat van de geselecteerde lade.
Richting van het origineel
Plaats het origineel zoals hieronder wordt getoond.
Glasplaat
c
b
a
Het formaat van het origineel opgeven
Selecteer "Orig. Afm." in het rechtermenu van het basisscherm van de
1
kopieermodus en druk op de [OK] toets.
Orig. form. inv.
2
AB
A4
A4R
B5
Selecteer het formaat met de toetsen [ ][ ].
3
Voor een standaard origineelformaat selecteert u Origineelformaat, drukt u op de toets [OK], en geeft u het
origineelformaat op.
Het ingestelde origineelformaat zal verschijnen in het veld Origineelformaat van het basisscherm.
Als u een speciaal origineelformaat gebruikt, gaat u verder met stap 4.
4
Orig. form. inv.
AB
B6R
A6R
Invoer formaat
Selecteer Inch of AB met de toetsen [ ][ ].
Voor een speciaal papierformaat selecteert u "Invoer
Formaat" en drukt u op de toets [OK].
2-12
Origineelinvoer
abc