EEN LABEL BEWERKEN
Met de voorgedefinieerde blokopmaken kunt u snel en eenvoudig labels maken. Selecteer
een opmaak in de blokopmaken, voer de tekst in en wijzig de opmaak indien gewenst.
Blokopmaken gebruiken
1
Druk op de toets Blok lay-outs.
2
Selecteer een tapebreedte met de toets
3
Druk op de toets OK of Enter-toets.
Als de tapebreedte niet is gewijzigd, wordt de laatst geselecteerde blokopmaak
weergegeven. Als de tapebreedte is gewijzigd, wordt de standaardopmaak voor de
nieuwe tapebreedte weergegeven.
4
Selecteer een blokopmaak met de toets
5
Druk op de toets OK of Enter-toets.
6
Selecteer een kenmerk met de toets
vervolgens een waarde voor het kenmerk in met de toets
of
.
Druk op de Spatietoets om het geselecteerde
kenmerk in te stellen op de standaardwaarde.
7
Druk op de toets OK of Enter-toets.
Het tekstinvoerscherm voor blokopmaken wordt
weergegeven.
U kunt de hoofdlettermodus gebruiken bij het
invoeren van tekst.
8
Voer tekst in en druk vervolgens op de toets OK of Enter-
toets.
Herhaal dit voor elk tekstveld.
Nadat alle tekstvelden zijn ingevoerd, drukt u op de toets
OK of Enter-toets om het afdrukmenu weer te geven.
22
Blokopmaken gebruiken
Blokopmaken gebruiken
of
.
of
.
of
en stel