Operatie
Bedieningsinstructies voor
Exact PipeCut 280E/360E
leidingzaagsysteem
Voor u het gereedschap in gebruik neemt
Controleer dat de motor rechtop staat. Het gele
merkteken van de ONTGRENDEL-knop is zichtbaar.
Controleer dat het zaagblad goed is
geïnstalleerd, in goede staat is en geschikt is
voor het te zagen materiaal.
Controleer dat de geleidingswielen van de
leidingzaag draaien.
Controleer dat de ondersteuningswielen draaien.
Controleer dat de onderste
zaagbladbeschermkap goed werkt.
Controleer dat de leiding leeg is.
Controleer de stand van de hendel voor
verwijdering van spaanders.
De leidingzaag is voorzien van een mondstuk voor het
verwijderen van spaanders. Draai, wanneer u kunststof
leidingen zaagt, de hefboom voor verwijdering van
spaanders (Afb. A/10) in de stand "open" (Afb B),
waardoor de opening in de zaagbladbehuizing
open gaat. Sluit u een stofzuiger op het mondstuk
voor verwijdering van spaanders, dan zullen de
meeste kunststof spaanders door het mondstuk
naar buiten vliegen (Afb. A/11) en zullen niet in de
zaagbladbehuizing achterblijven. Draai, wanneer
u metalen leidingen zaagt, de hefboom in de stand
"close" (Afb. B). De metalen spaanders zullen aan de
onderzijde uit de zaagbladbehuizing vallen. Sluit nooit
een stofzuiger aan wanneer u metalen leidingen zaagt.
Aansluiting op de stroomvoorziening
Controleer dat de spanning van de stroomvoorziening
dezelfde is als die vermeld op de typeplaat
(Afb. A/14). Steek de stekker van de leidingzaag pas
in het stopcontact als u dit hebt gecontroleerd.
Nauwkeurige instelling van de zaagsnede
Wanneer u de zaagsnede op de te zagen leiding
markeert, trek dan 20 mm af van de vereiste
afmeting (Gemakkelijk te onthouden regel: Voor de
locatie van de zaagmarkering moet 20 mm van de
meting worden afgetrokken.) (Afb C)
De leiding op de steunen zetten
Maak bij het zagen van leidingen gebruik van de
steunen van het systeem. Zo bent u verzekerd van een
veilige werkmethode en een optimaal resultaat. Werk
op een vlakke ondergrond. Plaats de leiding zo op de
twee steunen dat de zaagsnede tussen de steunen
komt te liggen. Plaats nog twee steunen onder beide
uiteinden van de leiding. Controleer dat alle steunwielen
de leiding raken (pas aan als dat nodig is, bijv. met
stukken hout) (Afb. D). Plaats, bij het zagen van korte
stukken leiding (25 cm of minder) de steunen zo dat
de zaagsnede buiten de steunen uitkomt (Afb. E).
Ondersteun de leiding zo nodig met uw linkerbeen.
Door de juiste afstellingen uit te voeren voorkomt u dat
het zaagblad tijdens het zagen vastloopt.
Afb B
open
Afb C
Afb D
Afb E
11
nederlands
dicht
Snijpunt
Snijmarkering