Nuttige tips
Probleem
De compressor slaat
steeds vaker en steeds
langer aan, de tempera-
tuur in het apparaat is
te laag.
De compressor slaat
steeds minder vaak en
steeds korter aan; de
temperatuur in het koel-
apparaat stijgt.
De compressor is voort-
durend in werking.
De diepvriesproducten
zijn vastgevroren.
Er klinkt een zoemer.
110
Oorzaak en oplossing
Er is een te lage temperatuur ingesteld.
Corrigeer de temperatuur.
Er is ineens een vrij grote hoeveelheid verse levens-
middelen ingevroren.
Lees de opmerkingen in het hoofdstuk: "Invriezen
en bewaren".
De functie SuperFrost is nog ingeschakeld.
U kunt de functie SuperFrost zelf al eerder uitscha-
kelen om energie te besparen.
Dit is geen storing. De ingestelde temperatuur is te
hoog.
Corrigeer de temperatuurinstelling.
Controleer de temperatuur nog een keer na 24 uur.
De diepvriesproducten beginnen te ontdooien.
De omgevingstemperatuur ligt onder de temperatuur
waarvoor het koelapparaat geschikt is.
De compressor slaat minder vaak aan als de omge-
vingstemperatuur te laag is. Daardoor kan het in de
diepvrieszone te warm worden.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk "Installatie",
paragraaf "Plaats van opstelling".
Verhoog de omgevingstemperatuur.
Geen storing. Om energie te besparen, schakelt de
compressor bij een geringere koel-/vriescapaciteit
op een laag toerental over. Daardoor moet de com-
pressor langer werken.
De verpakking van de levensmiddelen was niet droog
toen ze in het apparaat werden gelegd.
Maak de ingevroren levensmiddelen met een
stomp voorwerp los, bijv. met een lepelsteel.
De deur van het apparaat staat langer dan 2 minuten
open.
Sluit de deur van het apparaat.