Controlepaneel
Gebied
Geheugen
Ingang
Ingeschakeld
LCD
LED
Overbrugd
Particuliere alarmcentrale
PIN-code
PIR-detector
Sabotage
Uitgeschakeld
Veilige ingang
Verstoorde ingang
22 ATS Gebruikershandleiding
Generic_Manual_230x163.indd 22
W
OORDENLIJST
Dit is het "brein" van het systeem. Het houdt toezicht op alle ingangen
en bepaalt hoe te reageren.
Een deel van het systeem met eigen beveiligingsvereisten.
Een systeem kan in een aantal verschillende gebieden opgedeeld zijn,
bijvoorbeeld een vergaderzaal, een kantoor en een magazijn.
Een lijst van recente alarmgebeurtenissen die opgeslagen zijn in een
geheugen.
Deze kunnen worden weergegeven op het LCD-display van het bediendeel.
Een ingang wordt aangesloten op apparatuur die een alarm kan genereren,
zoals een magnetisch contact of een PIR-apparaat. Elke ingang heeft een
eigen nummer en bijbehorende naam, bijvoorbeeld: 6 Toegang.
Het beveiligingssysteem is ingeschakeld.
De schermteksten worden weergegeven op het Liquid Crystal Display van
het bediendeel dat verbonden is met het controlepaneel.
Een Light Emitting Diode is een lampje op het controlepaneel dat een
status aangeeft, bijvoorbeeld een veilige status of een alarm.
Een LED kan groen (230v), oranje (storing), of rood (ingeschakeld/alarm)
zijn, afhankelijk van de status.
De ingang is tijdelijk losgekoppeld van het beveiligingssysteem.
Een bedrijf dat de toestand van een beveiligingsinstallatie bewaakt en
afgesproken opvolging onderneemt bij afgesproken voorvallen.
Het Persoonlijke Identificatie Nummer waarmee u het systeem kunt in- en
uitschakelen; eventueel kunt u hiermee ook autorisatie hebben voor
andere functies.
Het is een 4- tot 10-cijferig getal dat in het beveiligingssysteem moet
worden ingevoerd via het bediendeel alvorens de meeste functies
uitgevoerd kunnen worden.
Elke gebruiker heeft een unieke PIN-code.
Een apparaat dat beweging detecteert met behulp van passieve infrarood-
technologie.
Een sabotagefunctie voorkomt dat ingangen of het controlepaneel worden
ontregeld of vernield, bijvoorbeeld door het onderbreken of kortsluiten
van een kabel. Als een dergelijke situatie wordt gedetecteerd, treedt er
een alarm op.
Het beveiligingssysteem is uitgeschakeld. De ingangen voor sabotage,
dwang, overval, paniek en brand functioneren nog.
Het op de ingang aangesloten detectieapparaat is niet geactiveerd,
bijvoorbeeld omdat de deur dicht is.
Het op de ingang aangesloten detectie apparaat is verstoord, bijvoorbeeld
omdat er een deur openstaat.
26/07/06 14:26:59