Wanneer een alarm optreedt, knippert een rode
LED van het gebied op het bedieningspaneel.
"
De schermtekst
Er zijn geen alarmen in dit
"
gebied
wordt niet langer getoond.
Indien het een lokaal alarm is, wordt de
"
schermtekst
Lokaal Alarm
Er kunnen vele ingangen met een gebied
verbonden zijn. Wanneer een alarm optreedt, is
het belangrijk te weten welke ingang het probleem
veroorzaakt zodat u snel maatregelen kunt nemen.
Wat er gebeurt bij een alarm:
Er kunnen verschillende soorten alarmen optreden
in verschillende situaties.
• Lokaal alarm - Dit treedt op wanneer een
ingang wordt verstoord, terwijl een systeem is
uitgeschakeld. Het alarm is alleen binnen het
gebouw hoorbaar en wordt lokaal afgehandeld.
De LED van het gebied knippert (als dit zo is
geprogrammeerd). Het controlepaneel geeft een
continue pieptoon af totdat iemand het alarm
bevestigt via het bedieningspaneel. Op het display
"
staat de melding:
Lokaal Alarm
Het treedt bijvoorbeeld op wanneer een als
branddeur geprogrammeerde ingang verstoord
wordt.
U hoeft geen contact op te nemen met de
particuliere alarmcentrale.
• Alarm - Het exacte type alarmsignaal hangt
af van de programmering van het systeem
(knipperlichten, sirenes, ...). De LED op het
bedieningspaneel knippert snel.
Het kan 24 uur per dag optreden, afhankelijk van
de programmering, bijvoorbeeld vanwege een
deur die wordt geforceerd terwijl het gebied is
ingeschakeld.
Een alarm kan zo worden geprogrammeerd dat
het wordt doorgegeven aan de particuliere
alarmcentrale.
Vervolg op de volgende bladzijde...
16 ATS Gebruikershandleiding
Generic_Manual_230x163.indd 16
W
AT TE DOEN BIJ EEN ALARM
"
getoond.
"
.
De rode LED van het gebied waar het alarm is afgegaan,
knippert.
Het bericht Local Alarm verschijnt.
Er wordt geen bericht getoond. Alleen CODE: staat
afgebeeld. Bij een lokaal alarm gaat geen LED branden,
de tekst "Lokaal ALarm"verschijnt echter wel.
Druk tweemaal op ENTER om de plaats
van het alarm te bepalen. Er wordt een lijst
met alarmen getoond.
Wat er op het display wordt getoond, hangt af van de
programmering. De ingangen kunnen als volgt worden
weergegeven:
- een voor een, of
- als een lijst van nummers.
U kunt nu kiezen uit deze twee opties:
- Lokaal alarm accepteren – hiermee kunt u de
sirene afzetten en de alarmtoestand beëindigen.
Alle ingangen met een lokaal alarm hebben een
A (=Alarm) voor hun ingangsnummer staan.
Druk op 0 en vervolgens op ENTER.
U kunt slechts een ingang tegelijk bevestigen.
- Volledige ingangsnaam tonen – hiermee kunt
u de volledige naam weergeven van de ingang in
alarmtoestand. U weet dan de exacte plaats van
de ingang in het gebied.
Voer het ingangsnummer in en druk vervolgens
op ENTER.
Verhelp het probleem (bijvoorbeeld door de
branddeur te sluiten).
26/07/06 14:26:58