10
Instellingen
10.2
Werkbreedte/zwadbreedte instellen
Werkhoogte op rechter hark instellen.
Om de tandafstand tot de bodem te verhogen, de tuimelschakelaar (3) omhoog duwen.
Æ In de digitale weergave (2) verhoogt de waarde zich.
Om de tandafstand tot de bodem te verkleinen de tuimelschakelaar (3) omlaag duwen.
Æ In de digitale weergave (2) reduceert de waarde zich.
Werkhoogte op linker hark instellen
Om de tandafstand tot de bodem te verhogen, de tuimelschakelaar (5) omhoog duwen.
Æ In de digitale weergave (4) verhoogt de waarde zich.
Om de tandafstand tot de bodem te verkleinen de tuimelschakelaar (5) omlaag duwen.
Æ In de digitale weergave (4) reduceert de waarde zich.
10.2
Werkbreedte/zwadbreedte instellen
Gevaar voor letsel en/of machineschade door de dwarsarmen van de machine
Bij het instellen van de werkbreedte/zwadbreedte bestaat gevaar voor letsel en/of er kan
machineschade ontstaan.
Controleren of zich geen personen voor het uitschuiven van de harken in de gevarenzone
van de machine bevinden.
Stel de werkbreedte/zwadbreedte nooit in als de trekker staat en als de tanden de
ondergrond raken.
De instelling van de werkbreedte/zwadbreedte van de dwarsarmen alleen tijdens de
wendakkerstand of tijdens het werk uitvoeren.
Om de hark in de wendakkerstand op te heffen, het enkelwerkende besturingsapparaat
(rood 1+) bedienen.
Om de werkbreedte/zwadbreedte te verhogen, het dubbelwerkende besturingsapparaat
(blauw 2+) bedienen.
Om de werkbreedte/zwadbreedte te verlagen, het dubbelwerkende besturingsapparaat
(blauw 2-) bedienen.
LET OP
De minimale werkbreedte/zwadbreedte niet lager dan tot het rood gemarkeerde gebied van
de sticker instellen.
KS000-195
80
WAARSCHUWING
Originele handleiding 150000700_07_nl
Swadro TC 930